Fortuna 14B_voorbereiding toets

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

19 juni

Absenten?

r. 1: welke tijd heeft consistunt?

1. praesens
2. imperfectum
3. perfectum
4. plusquamperfectum

r. 3: noteer de naamval en verklaar het gebruik van fortitudine

r. 8: vident wordt gevolgd door een AcI. Citeer de subjectsaccusativus

r. 8: vident wordt gevolgd door een AcI. Citeer de objectsaccusativus

Stel er stond: viderunt Gallum ... posse: vertaal

r. 10: terram=

1. subjectsaccusativus
2. objectsaccusativus
3. lijdend voorwerp
4. accusativus na een voorzetsel

23 juni

r. 11-13: Fama est Manlium deinde torquem cruentum de collo eius detraxisse et collo suo circumdedisse.
subjectsaccusativus =

1. Manlium
2. torquem
3. cruentem
4. eius

r. 11-13: Fama est Manlium deinde torquem cruentum de collo eius detraxisse et collo suo circumdedisse.
objectsaccusativus =

1. Manlium
2. torquem cruentem

r. 1: welke tijd heeft appellaverunt?

1. praesens
2. imperfectum
3. perfectum
4. plusquamperfectum

Vertaal: fama est Manlium torquem detrahere

Vertaal: fama erat Manlium torquem detrahere

Vertaal: fama erat Manlium torquem detraxisse

r. 2: gladio gaat als

1. filia
2. dominus/ bellum
3. urbs/ nomen

r.2: gladio =

1. genitivus
2. dativus
3. accusativus
4. ablativus

r. 4: hostem gaat als

1. filia
2. dominus/ bellum
3. urbs/ nomen

r. 4: hostem is acc, functie

1. lijdend voorwerp
2. objectsaccusativus
3. subjectsaccusativus
4. na een voorzetsel

r.6: hostis =

1. genitivus
2. dativus
3. accusativus
4. ablativus

r. 9: narrant= zij vertelden

1. dat is goed
2. dat is fout, want verkeerde tijd
3. dat is fout, want verkeerde persoon
4. dat is fout, want het is het verkeerde werkwoord

r. 9
transfodisse= door te steken

1. dat is goed
2. dat is fout, want verkeerde tijd
3. dat is fout, want verkeerde persoon
4. dat is fout, want het is het verkeerde werkwoord

r. 10: terram gaat als

1. filia
2. dominus/ bellum
3. urbs/ nomen

nog vragen?

succes met de toets!