Laatste vaktheorieles

Welkom!


De laatste vaktheorie les
1 / 35
next
Slide 1: Slide
horecaMBOStudiejaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!


De laatste vaktheorie les

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Terugblik op de geleerde stof
  • Vaktheorie examen bespreken
  • Samenwerkingsopdrachten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen:
Aan het einde van de les weet je:

Alles weer wat we dit jaar geleerd hebben!
En misschien wel meer ;)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Horeca

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Wat betekend HORECA?
A
Hotel Restaurant Cafetaria
B
Hotel Restaurant Café
C
Hotel Recreatie Café
D
Hovenier Recreatie Café

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Magazijn
Koelkast
Vriezer
melkpoeder
Creamer
Koffiemelk
Houdbare melk
Verse melk
Slagroom
Karnemelk
Room
Roomijs
Split
Chocolademelk
Opgeschuimde houdbare melk
Moedermelk

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Leveringen controleer je op twee punten, welke zijn dat?
A
Kwantiteit en colli
B
Kwantiteit en manco
C
Kwantiteit en kwaliteit
D
Kwaliteit en breuk

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk transportmiddel zie je hier?
A
Steekwagen
B
Pompwagen
C
Plateauwagen
D
Vorkheftruck

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we dit transportmiddel?
A
Magazijnwagen
B
Rolcontainer
C
Pompwagen
D
Steekwagen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de temperatuur van een koelcel?
A
-18 gr C of kouder
B
tussen de 2 en 5 gr C
C
tussen -2 en -5 gr C
D
tussen -15 en -18 gr C

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Mastiek maken?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Noem 3 wintergroenten

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Benoem 2 soorten steenfruit

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Welk fruit valt onder hard fruit?
timer
0:10
A
al het fruit dat nog niet rijp is
B
appels en peren
C
kokosnoten en fruit met een harde schil
D
fruit met een enkele harde pit

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welk fruit valt niet onder zacht fruit?
timer
0:10
A
banaan
B
cranberry
C
druiven
D
kruisbes

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet jij al over HACCP?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Soorten hygiëne
- HACCP (bedrijven)
- Persoonlijke hygiëne
- Levensmiddenhygiëne
- Bedrijfshygiëne

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Benoem 2 schoonmaaktechnieken

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Welk product moet je als eerste opslaan?
A
Gepelde tomaten in blik.
B
Vacuum verpakt gerookt spek.
C
Diepvries gamba’s.
D
Zak aardappels.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

I Een pot augurken met de kortste THT datum moet je vooraan zetten, zodat deze als eerste gebruikt zal worden.
II Fifo is niet van toepassing op zelf bereide producten.

A
Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekend voor jou gastvrijheid?

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

0

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Wat betekent Placeren
A
Soep in een bord doen.
B
Mensen naar de tafel toe brengen.
C
Jas aangeven.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Jij werkt in de bediening.
Er komen 2 gasten binnen in het restaurant.
Wat doe je? 
Ik loop naar ze toe en vraag wat ze willen en loop daarna weer weg want het is druk en ik heb eigenlijk geen tijd voor ze.  
Ik doe niks, ik sta lekker veilig achter de bar en ze zoeken zelf maar een plekje. 
Ik loop naar ze toe en heet ze welkom en vraag of ze wat willen eten, loop met ze naar de tafel en vraag of ze alvast iets willen drinken. 
Je loopt naar ze toe en vraagt of ze mee willen lopen, ze gaan zitten en je geeft de kaart en loopt daarna weer weg. 

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Schoonmaak

Slide 28 - Mind map

Voorkennis activeren ;
vraag de studenten wat het eerst bij ze opkomt als ze het woord schoonmaak horen/lezen.
Nadat de studenten dit hebben gedaan willekeurig studenten aanwijzen met de vraag wat zij niet bij schoonmaak vinden horen of wat zij nooit gehoord.
Opdracht 1.  Etiketten lezen.
- Zoek naar verschillend etiketten en schrijf op wat de symbolen betekenen. Ga dan in groepjes je bevinden bespreken.

Slide 29 - Slide

Opdracht 1.
Etiketten lezen.
Je laat iedere studenten een etiketten zoeken op internet. En je vraagt ze te lezen wat er staat. wat de symbolen betekenen. Laat de studenten dit voor zichzelf doen en dit daarna in groepjes van drie samen met elkaar te delen.
Wat betekent dit symbool?
A
Giftig
B
Bijtend.
C
Milieu gevaarlijk
D
Schadelijk.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor schoonmaakmiddelen zijn er ?
- Zoek op welke schoonmaakmiddelen er zijn en maak een lijstje van de schoonmaakmiddelen die je kent.

Slide 31 - Slide

Vraag de studenten welke schoonmaakmiddelen er zijn. Welke ze zelf gebruiken. Is er chloor toegestaan om te gebruiken op jullie stage? waarom mag je geen chloor gebruiken.
Nadat de studenten antwoord hebben gegeven ga je er dieper op in. En geef je uitleg over waarom chloor niet is toegestaan.
Waar gebruik je chloor voor?
A
Om vet op te lossen
B
Om kalk op te lossen.
C
Om de ruimte een frisse geur te geven.
D
Om bacteriën te doden

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit symbool?
A
Explosie gevaar.
B
Bijtend.
C
Giftig.
D
Brand gevaarlijk.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is gft-afval?
A
goederen, facing en tuinafval
B
goederen, fruit en theorieafval
C
groente, fruit en tuinafval
D
groente, fiets en tuinafval

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welk cijfer geef jij jezelf voor je inzet?
1 geen inzet
2 matige inzet
3 ik heb me ingezet
4ruim voldoende ingezet
5Goed ingezet!

Slide 35 - Poll

This item has no instructions