H3 par. 3.4 Keizers aan de macht

Memo brugklas HV
H3. De tijd van Grieken en Romeinen: De Romeinen
par. 3.4 Keizers aan de macht
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Memo brugklas HV
H3. De tijd van Grieken en Romeinen: De Romeinen
par. 3.4 Keizers aan de macht

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je uitleggen waarom het Romeinse leger een beroepsleger werd.
  • Kun je uitleggen waardoor Julius Caesar de macht kon grijpen.
  • Kun je uitleggen waarom Julius Caesar uiteindelijk vermoord werd.
  • Weet je wie de eerste Romeinse keizer was.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je uitleggen wat pax Romana is.
  • Kun je kenmerken geven van de pax Romana.
  • Kun je uitleggen wat de Romeinse limes zijn.
  • Kun je uitleggen waarom keizer Hadrianus een muur liet bouwen in Brittannie. 
  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 3 - Slide

De republiek wordt een keizerrijk
  • Door de vele veroveringen ontstond er in het Romeinse leger een tekort aan soldaten.
  • Opgelost door van het Romeinse leger een beroepsleger te maken.
  • Soldaten werden betaald met belastinggeld
  • en hoefden niet meer hun eigen uitrusting te betalen.
  • Arme Romeinen konden nu ook het leger in.

Slide 4 - Slide

De republiek wordt een keizerrijk
  • Het aantal soldaten steeg.
  • Generaals werden steeds machtiger.
  • Beroepssoldaten waren namelijk trouwer aan hun generaals dan aan Rome

Slide 5 - Slide

Julius Caesar
  • Julius Caesar was een generaal.
  • Behaalde veel overwinningen.
  • Zorgde goed voor zijn soldaten.
  • Erg populair!

Slide 6 - Slide

Julius Caesar
  • Caesar greep de macht en werd een dictator.
  • De republiek dreigde te verdwijnen.
  • Een groep senatoren besloot daarop Caesar te vermoorden.

Slide 7 - Slide

Julius Caesar
  • In 44 v.C. werd hij tijdens een vergadering van de senaat door een groep senatoren vermoord.

Slide 8 - Slide

Augustus
  • Geadopteerde zoon van Julius Caesar.
  • Spoorde de vijanden van Caesar op en versloeg ze in 27 v.C.
  • Augustus had nu alle macht in handen.

Slide 9 - Slide

Keizer
  • Als eerbetoon gebruikte Augustus de naam Caesar als titel: keizer.
  • Augustus was de eerste Romeinse keizer.
  • Senaat had weinig macht meer.

Slide 10 - Slide

Romeinse vrede
  • O.l.v. Augustus werden er veel gebieden veroverden, vooral buiten Europa. Egypte bijvoorbeeld.
  • Er brak een langdurige periode van rust en vrede aan: pax romana.

Slide 11 - Slide

Pax  romana
  • Wegen aangelegd.
  • Bruggen gebouwd.
  • Steden gesticht.
  • Handel nam toe.
  • Meer welvaart.


Slide 12 - Slide

Augustus
  • Augustus wilde dat iedereen wist dat hij verantwoordelijk was voor deze successen.
  • Hij liet standbeelden van zichzelf maken.
  • Het volk moest hem als god vereren.
  • Hij deelt gratis voedsel uit.
  • En organiseerde gladiatorengevechten en wagenrennen.
  • In 14 n.C. overleed keizer Augustus.


Slide 13 - Slide

Romeinse rijk
  • Na de dood van Augustus kwamen andere keizers aan de macht die het rijk verder uitbreidden:
  • Keizer Claudius veroverde in 43 n.C. Brittannie (huidige Engeland en Wales).
  • Keizer Trajanus veroverde in 106 n.C. Dacie (huidige Roemenie).

Slide 14 - Slide

Romeinse rijk
In 117 n.C. was het Romeinse Rijk 
op zijn grootst.

In 17 n.C. hoorde het zuiden van
ons land officieel bij het Romeinse
Rijk.

Slide 15 - Slide

Romeinse limes
Langs de grenzen hadden de Romeinen een sterke verdedigingslinie met forten opgezet.

Forten waren verbonden door wegen of waterwegen.

Slide 16 - Slide

Romeinse limes
  • Romeinse soldaten werden ingezet om de grens te bewaken.
  • Kregen hierbij hulp van overwonnen volken.
  • Deze grensverdediging wordt de limes genoemd.

Slide 17 - Slide

Romeinse limes
  • Bekendste verdedigingswerk stond in Engeland.
  • Keizer Hadrianus had in 122 n.C. opdracht gegeven om een muur te bouwen.
  • Tegen invallen Schotten.

Slide 18 - Slide

Welk begrip past bij deze beschrijving:
soldaten die van vechten hun beroep hebben gemaakt.
timer
0:20
A
Beroepsleger
B
Het leger
C
Soldaten
D
Vechtersbazen

Slide 19 - Quiz

Wie was Cleopatra?
timer
0:20
A
een actrice
B
de baas van Egypte
C
een Romeinse koningin
D
de dochter van Julius Caesar

Slide 20 - Quiz

Waar of niet waar?
Julius Caesar was de eerste keizer van Rome
timer
0:20
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Wie was dan de eerste Romeinse keizer?
timer
0:30

Slide 22 - Open question

Welke bestuursvorm had Rome toen Julius Caesar aan de macht was?
timer
0:20
A
Koninkrijk
B
Democratie
C
Keizerrijk
D
Dictatuur

Slide 23 - Quiz

Julius Caesar werd vermoord in het jaar:
timer
1:00
A
44
B
44 na Christus
C
44 v.Chr
D
Caesar werd niet vermoord

Slide 24 - Quiz

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
timer
0:20
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 25 - Quiz

Julius Caesar leefde in de:
timer
0:20
A
3e eeuw V. Chr.
B
2e eeuw V. Chr.
C
1e eeuw V. Chr.
D
1e eeuw N. Chr.

Slide 26 - Quiz

Wat is PAX ROMANA?
timer
0:20
A
Rustige tijd in Romeinse rijk.
B
Dat het in druk werd in Rome
C
Er werd veel gevochten.
D
De mensen verlieten Rome om op het platteland te wonen.

Slide 27 - Quiz

Wat past er niet bij pax Romana?
timer
0:20
A
Burgeroorlog gevoerd
B
Handel bloeide op
C
Wegen aangelegd
D
Steden gesticht

Slide 28 - Quiz

Welke keizer gaf opdracht voor de bouw van een muur in Brittannië?
timer
0:20
A
Keizer Trajanus
B
Keizer Claudius
C
Keizer Augustus
D
Keizer Hadrianus

Slide 29 - Quiz

Wat is de Romeinse limes?
timer
0:20
A
Een Romeins fort
B
De grens van het Rijk
C
Een Romeinse wachttoren
D
De muur van de stad Rome

Slide 30 - Quiz

Hoe was het bestuur van Rome geregeld?
Kies de juiste volgorde:
timer
0:25
A
republiek-keizerrijk-koninkrijk
B
koninkrijk-republiek-keizerrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Video

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.
timer
1:00

Slide 33 - Open question

Wat vind je nog lastig?
timer
1:00

Slide 34 - Open question

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 3.4 lezen en daarna maak je de opdrachten van par. 3.4 tot de toepassing.
Hoe? Alleen
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit, dan vraag je hulp aan je docent.
Tijd? Tot het einde van de les.
Klaar? Dan ga je de toepassingsopdracht maken van par. 3.4 en de leerdoelen uitwerken. Je kunt ook de TestJezelf maken in SOM.

Slide 35 - Slide