c) Hoe groot is het verschil tussen de wereldmarktprijs van een ton koffie (1.000 kilo)
in het slechtste jaar en het beste jaar?
€ 1,89 − € 0,90 = € 0,99;
€ 0,99 × 1.000 = € 990
d) Welk gevolg heeft een daling van de koffieprijs voor de koopkracht van de koffieproducenten?
Leg je antwoord uit.
Hun koopkracht daalt – stijgt, want: zij ontvangen minder geld voor de koffie