Observeren les 3: Gestructureerd/ongestructureerd

Observeren les 3
Gestructureerd en ongestructureerd observatiemethoden


bron: website thema 3
1 / 14
next
Slide 1: Slide
observerenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Observeren les 3
Gestructureerd en ongestructureerd observatiemethoden


bron: website thema 3

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige les. Subjectief en objectief observeren: wat is het ook alweer?

Slide 2 - Open question

Veel voorkomende
observatiefouten

Slide 3 - Mind map

Observeren les 3
Gestructureerd en ongestructureerd observatiemethoden


Slide 4 - Slide

Observeren: hoe ga jij te werk?
A
Ik ga naast het kind zitten en kijk wat er gebeurd.
B
Ik heb vooraf nagedacht over waar ik op wil gaan letten.

Slide 5 - Quiz

Gestructureerde observatie 
  •  Doel is vooraf vastgesteld en daar wordt op gelet
  • Er zijn regels vastgesteld hoe je gaat observeren
  • Wie, welk gedrag en welke situatie

    ! Niet afwijken van je plan, ook niet als er iets bijzonders gebeurt

Slide 6 - Slide

Ongestructureerde observatie
  • Je doel is vooraf minder goed vastgelegd
  •  Je laadt je leiden door de situatie
  • Als er iets bijzonders voorvalt waar je meer over wilt weten, dan verandert je onderwerp 
  • Je tijdsduur is flexibeler

Slide 7 - Slide

Voordeel gestructureerd observeren
Nadeel gestructureerd observeren
Je observeert steeds op hetzelfde moment/even lang
Het neemt veel tijd in beslag
Het levert een smalle blik op.
Je kunt er star van worden
Je moet gedisciplineerd werken
Het is overzichtelijk
Je kunt de resultaten van verschillende observatiesmet elkaar vergelijken

Slide 8 - Drag question

Voordeel ongestructureerd observeren
Nadeel ongestructureerd observeren
Veelzijdig
Je kunt de informatie niet vergelijken met andere observaties
Je hoeft niet te wachten op het geplande moment

Slide 9 - Drag question

Hoe ga jij te werk?
Het is afhankelijk van de observatievraag welke methode (gestructureerd of ongestructureerd) het meest toepasselijk is voor jou. 

Slide 10 - Slide

Wanneer gestructureerd?
  • Je wilt gedetailleerde informatie met elkaar vergelijken
  •  Je wilt observaties met elkaar vergelijken
  • Hierdoor kun je antwoord geven op de vraag waarom of op welke momenten een kind bepaald gedrag vertoont
  • Vaak geeft het antwoord op een gesloten vraag (''of'' en ''welke situatie'')

Slide 11 - Slide

Wanneer ongestructureerd?
  • Je zoekt minder gedetailleerde informatie (bijv. sfeer in de groep)
  • Je wilt breder kijken (minder risico op tunnelvisie)
  • Antwoord op een open vraag (''wat'' en ''hoe'')

Slide 12 - Slide

Opdracht

Slide 13 - Slide

En nu?
  • Lezen thema 3
  •  Edition 3.7, opdracht 1b
  • Kies een eigen manier waarop jij aantoont dat je de lesstof beheerst

Slide 14 - Slide