TC A2 6.5 Luisteren naar - Zorgen voor

• NT2 Inburgering/alfabetisering volwasseneducatie
• Beroepsopleiding

6.5 - Luisteren naar
  - Zorgen voor

Jan spaart ...... een nieuwe laptop.

1. aan
2. voor
3. met
4. op

Ahmad geeft een boek .... zijn vrouw.

1. met
2. voor
3. aan
4. naar

Sonja schenkt koffie ... haar kop.

1. met
2. tegen
3. voor
4. in

Jij kan goed omgaan ... kinderen.

1. met
2. tegen
3. voor
4. in

Spreken  (breakout room)

Cursist A: Noem  een werkwoord.

Cursist B: Welk voorzetsel hoort erbij?

Maak ook nog een zin met het
werkwoord/ voorzetsel.

Spreken

Maak nu zelf zinnen.

Gebruik in elke zin een voorzetsel.

Gebruik in elke zin een voorzetsel en een                verbindingswoord.
(en, of, want, maar, dus, omdat, als, toen, etc.)

1. bedanken + want

2. genieten + als

3. drukken + omdat

4. geven + want

5. klagen + omdat

6. luisteren + als

7. wachten + daarna

8. houden + omdat