Fase 1 Blok 1. Week 2 les 2 Verslag schrijven

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Waar denk jij aan bij
de leesbaarheid van een tekst?

https:

Waar let je op in een zakelijk verslag?

https:

https:

Wanneer begin je een nieuwe alinea?

Wat zijn verwijswoorden?

1. Woorden die verwijzen naar andere woorden
2. Woorden die je kunt aanwijzen in een tekst
3. Woorden zoals omdat, maar, dus en bijvoorbeeld
4. Woorden zoals ze, hij, er, men

Stel....
Het onderwerp van een verslag is voorlezen. Welke deelonderwerpen zou je kunnen bespreken?

Wat hoort bij het onderdeel “leesbaarheid”?

1. Zakelijke schrijfstijl, tegenwoordige tijd en indeling alinea’s.
2. Tegenwoordige tijd en zakelijke schrijfstijl.
3. Indeling alinea’s, tegenwoordige tijd en goede inleiding.
4. Goede inleiding, zakelijke schrijfstijl, tegenwoordige tijd, indeling alinea’s en heldere structuur.

In welke tijd schrijf je de jouw verslag? (tt, vt, etc)?

Hoe geef je de grenzen van
een alinea weer?

Uit welke drie delen
Uit welke drie delen bestaat een tekst?

Wat houdt tekstverband in?

1. Samenhang tussen zinnen en alinea’s aanbrengen.
2. Samenhang tussen alinea’s aanbrengen.
3. Samenhang tussen zinnen aanbrengen.

Wat hoort bij tekstverbanden?

1. Verwijswoorden.
2. Signaalwoorden.
3. Inhoudswoorden.
4. Antwoord A, B en C.

Wat is de functie van een tussenkopje?

1. Tussenkopjes geven de deelonderwerpen van de tekst weer.
2. Tussenkopjes maken de tekst overzichtelijk.
3. Antwoord A en B.

Wat staat in een goede inleiding?
Je kan meerdere antwoorden geven

1. Onderwerp van het verslag.
2. Aanleiding van het verslag.
3. Wat wordt beschreven in het verslag en waarom?
4. Probleemstelling / hoofdvraag.