Verdieping enzymen

Verdieping op Enzymen

1 / 18

Slide 1: Slide

ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwo

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Verdieping op Enzymen

Slide 1 - Slide

wat is een enzym?

een stof die eiwitten afbreekt

een eiwit dat andere eiwitten afbreekt

een detergent dat vuil verwijdert

een eiwit die vuil verwijdert

Slide 2 - Quiz

Definitie enzym uitgebreidt

een enzym kan moleculen afbreken en opbouwen
een enzym kan reacties katalyseren (versnellen)
enzym = bio-katalysator

Slide 3 - Slide

Enzymen herkennen

Het verhoogt de reactiesnelheid
Ze zijn extreem specifiek, ze reageren maar op 1 soort eiwit
Ze maken reacties mogelijk bij lage temperaturen

Per cel komen er meer dan 3000 enzymen voor. Een mens heeft 100 000 miljard cellen. Best veel enzymen dus.

Slide 4 - Slide

Hoe werk een enzym?

Slide 5 - Slide

a: de beginstof (substraat) beweegt zich naar het enzym.

Slide 6 - Slide

b: de beginstof hecht zich aan de actieve zijde het enzym en reageert waardoor er een enzym-substraat complex ontstaat.

Slide 7 - Slide

c: de beginstof is uiteen gevallen in producten,

het enzym kan opnieuw gebruikt worden.

Slide 8 - Slide

2 mechanismen

Het sleutel-slot model
Het hand-handschoen model

Het vorige voorbeeld wat het sleutel-slot model

Slide 9 - Slide

Sleutel-slot model

De beginstof past op het enzym en reageert tot verschillende producten.

Slide 10 - Slide

Hand-handschoen model

De beginstof past niet direct op het enzym,

het enzym past zich op de beginstof aan,

daarna vindt de reactie plaats en valt de beginstof uit elkaar.

Slide 11 - Slide

Reactievergelijking

Enzym + substraat → enzym + product

Slide 12 - Slide

Naamgeving

Alle enzymen eindigen op -ase

Bijvoorbeeld: amylase, dit enzym breekt zetmeel af

Slide 13 - Slide

Inhibitie

Betekent remming
Zorgt er voor dat een enzym niet (goed) meer functioneert
inhibitor = remstof

competitieve inhibitie
niet-competitieve inhibitie

2 soorten

Slide 14 - Slide

Competitieve inhibitie

De inhibitor of remstof gaat op de actieve zijde zitten, waardoor een substraat zich niet meer aan het enzym kan hechten.

Slide 15 - Slide

Niet-competitieve inhibitie

De inhibitor zorgt er voor dat het enzym vervormt, waardoor het substraat zich niet goed kan binden aan het enzym.

Slide 16 - Slide

Dit was het!

Opdrachten hierbij vind je op magister.

Zo ook de formatieve toets.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video