Voorstellen

Hallo! Welkom!

1 / 33

Slide 1: Slide

NederlandsISK

This lesson contains 33 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hallo! Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? What are we going to do?

Kennismaken met elkaar / Getting to know each other

Leren / Learn:

- Begroetingen / Greetings

- Persoonlijke voornaamwoord / Personal pronouns

- Tellen tot 20 / Counting to 20

- Het alfabet / The alphabet

Slide 2 - Slide

Je hebt nodig / You need

Je boek / Your book

Een schrift / A notebook

Een pen / A pen

Slide 3 - Slide

Laten we beginnen!

Slide 4 - Slide

Wie ben ik? Who am I?

Ik ben Nicoleta Grecianu. I am...

Ik woon in Naaldwijk. I live in...

Ik kom uit Roemenië. I am from....

Slide 5 - Slide

Even voorstellen / Introducing myself

Mijn naam is Nicoleta Grecianu. (My name is...)

Mijn voornaam is Nicoleta. ( My first name is....)

Mijn achternaam is Grecianu. (My surname is.... )

Ik heet Nicoleta Grecianu. (My name is...)

Slide 6 - Slide

Wie ben jij? Who are you?

Ik ben ...........

Slide 7 - Slide

Waar woon je? Where do you live?

Ik woon in..............

Slide 8 - Slide

Uit welk land kom je?

What country are you from?

Ik kom uit...............

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Schrijven / Write

Slide 11 - Slide

Naam / Name

Ik ben...........

Mijn naam is.........

Ik heet.........

Mijn voornaam is...........

Mijn achternaam is........

Slide 12 - Slide

Woon / Live

Ik woon in................

Slide 13 - Slide

Land / Country

Ik kom uit.................

Slide 14 - Slide

Oefening / Excercise

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Begroeting / Greeting

Hoi! Hi!

Hallo! Hello!

Goedemorgen! Good morning!

Goedemiddag! Good afternoon!

Goedenavond! Good evening!

Slide 17 - Slide

Begroeting / Greeting

Doei! Bye!

Daag! Bye!

Tot straks! See you later!

Tot morgen! See you tomorrow!

Slide 18 - Slide

Herhaal / Repeat

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

persoonlijke voornaamwoorden

Personal pronouns

singular plural

ik - I wij/we - we

jij/je - you, u - you (polite) jullie - you, u - you (polite)

hij - he, zij/ze - she, het - it zij/ze - they

Slide 21 - Slide

het werkwoord ZIJN / the verb TO BE

singular plural

ik ben wij/we zijn

jij/je/u bent jullie/u zijn

hij/zij (ze)/het is zij/ze zijn

Slide 22 - Slide

ZIJN / TO BE

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Telwoorden / Numerals

Tellen tot 20 / Counting to 20

Slide 25 - Slide

Zeg het cijfer / Say the number

Slide 26 - Slide

Zeg het cijfer

cijfers oefenen

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Alfabet / Alphabet

Slide 29 - Slide

Let op! / Pay attention

Y - Griekse ij (Greek ai)

IJ - lange ij (Long ai)

EI- korte ei (Short ai)

Slide 30 - Slide

Ga naar / Go to www.kahoot.it

kahoot alfabet

Slide 31 - Slide

feedback

Slide 32 - Slide

See you next week

Slide 33 - Slide