Argumenteren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Argumenteren op Paarse Vrijdag

doelen: Je kunt standpunten, (feitelijke/waarderende) argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen en formuleren. 

Paarse Vrijdag

Mijn inziens moeten alle leerlingen en docenten vandaag paars dragen.

1. argument
2. standpunt

Het onderstreepte deel is:

Paars staat voor 'spirit' (karakter/enthousiasme) in de regenboogvlag en daarom is het Paarse Vrijdag

1. standpunt
2. argument

Wat is het argument?
Het geslacht (m/v) moet uit het paspoort verdwijnen, omdat het niemand wat aangaat of ik een man, vrouw of iets anders ben.

1. Het geslacht moet uit het paspoort verdwijnen
2. Het gaat niemand wat aan.
3. omdat
4. Het gaat niemand wat aan of ik een man, vrouw of iets anders ben.

Signaalwoorden

signaalwoorden die een standpunt aangeven: ik vind, mijn inziens, daarom, dus etc.

Signaalwoorden met een redengevend verband geven een standpunt aan: omdat, want, namelijk, immers, aangezien etc.

Twee typen argumenten

Waarderende argumenten:

Deze argumenten zijn gebaseerd op een mening -> subjectief

Feitelijk argumenten:

Deze argumenten zijn controleerbaar-> objectief

Stelling: Het OBC is een prettige school voor iedereen. 

Op het OBC wordt niet gepest. 

Op het OBC zitten veel gezellige leerlingen. 

Waarderend argument

Feitelijk argument

Stelling: De Paarse Vrijdagkrant is een leuke krant

Want de artikelen spreken me aan.

Er worden meer dan 30.000 exemplaren gedrukt.

Waarderend argument

Feitelijk argument

Formuleer een argument bij de stelling:
Ik vind het belangrijk dat Paarse Vrijdag gevierd wordt ....

Wat is het verschil tussen een tegenargument en een weerlegging?

1. Een tegenargument is een reactie op een eerder genoemd argument
2. Een weerlegging is een reactie op een argument
3. Een tegenargument gaat in tegen het standpunt
4. Een weer legging gaat in tegen een standpunt

Formuleer een weerlegging bij:
Het gaat de goede kant op met het legaliseren van het homohuwelijk, want dat is al legaal in dertig landen.

Op deze school kan ik mezelf zijn.

😒🙁😐🙂😃

Argumentatiestructuren