wk 12 télécours

programme vwo 1
Maak van Unité 4 oef 19 t/m 30.
Leer apprendre 5,6,7
Beluister dit liedje om het werkwoord avoir te leren:
https://www.youtube.com/watch?v=xYEDDzCwO2E
Doe een quizlet test met apprendre 1,2,4,5,7. Zorg voor een score van ten minste 80%
Maakwerk wordt gecontroleerd vanaf vrijdag 16 uur.

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Frans

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

programme vwo 1
Maak van Unité 4 oef 19 t/m 30.
Leer apprendre 5,6,7
Beluister dit liedje om het werkwoord avoir te leren:
https://www.youtube.com/watch?v=xYEDDzCwO2E
Doe een quizlet test met apprendre 1,2,4,5,7. Zorg voor een score van ten minste 80%
Maakwerk wordt gecontroleerd vanaf vrijdag 16 uur.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

een paar vragen over avoir

Slide 3 - Slide

Nous ____ une petite maison. (hebben)

Slide 4 - Open question

Pierre et Simon ____ parents gentils. (hebben)

Slide 5 - Open question

Ik heb =?

Slide 6 - Open question

en de ontkenning

Slide 7 - Slide

Maak ontkennend: Nous sommes chez moi.

Slide 8 - Open question

Maak ontkennend: Il a un chat.

Slide 9 - Open question

de woorden 
ingedeeld op mannelijk/vrouwelijk

Slide 10 - Slide

l’araignée - de spin
la guêpe - de wesp
la méduse - de kwal
la vache - de koe
la souris - de muis
la queu - de staart
la patte - de poot

la ferme - de boerderij
la poule - de kip
la surprise - de verrassing
la nuit - de nacht



Slide 11 - Slide

l’animal - het dier
les animaux - de dieren
le chien - de hond
le chat - de kat
le loup - de wolf
le tigre - de tijger
le serpent - de slang
l’oiseau m - de vogel
le canard - de eend
l’éléphant - de olifant

le cheval - het paard
le mouton - het schaap
le poisson - de vis
les poils - de haren, de vacht
les parents - de ouders
l’agneau m het lam
le tracteur - de tractor

Slide 12 - Slide

caresser - aaien
voler - vliegen
nager - zwemmen
piquer - prikken, steken
aider - helpen
conduire - besturen, rijden
avoir le droit - mogen, het recht hebben

dangereux, dangereuse - gevaarlijk
sauvage - wild
beau, belle - mooi

parfois - soms
quand - wanneer
né - geboren
si - zo
ne ... pas encore - nog niet
encore - nog

Slide 13 - Slide