6.1a woonplaats en werkplaats
1 / 18
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
geef aan welke samenleving bij welke periode tijdvak 4 hoort: landbouwsamenleving of landbouwstedelijke samenleving.
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Boer
Adel
Monnik
Geestelijk-heid
Leenman
Horige
Kerk
Hertog
Kasteel
Heren-diensten
Slide 11 - Drag question
Sleep de de afbeelding naar de juiste tijd in de middeleeuwen
Slide 12 - Drag question
In de vroege middeleeuwen was er geen handel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
waarom groeide het aantal steden na 1000 n.C.?
Slide 14 - Open question
8 Welke uitvinding hoort bij welke landbouwverbetering?
sneller werken
voorkomen gronduitputting
meer vruchtbare grond omhoog halen
Drieslagstelsel
IJzeren (keer)ploeg
trekpaard
Slide 15 - Drag question
Waar ontstonden de meeste steden?
Slide 16 - Open question
De boeren werkten op het land. Welke werkzaamheden waren in elke maand?
april
juni
september
december
vee slachten
eerste gras maaien
schapen scheren
zaaien
Slide 17 - Drag question
Hieronder zie je de Middeleeuwse namen van steden staan. Sleep ze naar de juiste plek in de kaart.
