Woordenschat hfst 2. Quiz

Wat is een synoniem van ontvreemden?
A
stelen
B
onbekenden
C
dieven
D
ontdekken
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Wat is een synoniem van ontvreemden?
A
stelen
B
onbekenden
C
dieven
D
ontdekken

Slide 1 - Quiz

Wat is een synoniem van berouw?
A
durf
B
beraad
C
spijt
D
brouwen

Slide 2 - Quiz

Wat betekent: Ze hadden de hoop al opgegeven?
A
Ze zagen het niet meer zitten.
B
Ze hoopten er het beste van.
C
Ze hadden heel veel leuks gegeven.
D
Ze wilden niets meer geven.

Slide 3 - Quiz

Wat is een synoniem van journalist?
A
verslaggever
B
administrateur
C
redacteur
D
nieuwslezer

Slide 4 - Quiz

Wat is de betekenis van publiceren?
A
houden van
B
openbaar maken
C
weten
D
persen

Slide 5 - Quiz

Wat is een synoniem van hype?
A
Quiz
B
vraag
C
modeverschijnsel
D
hypnose

Slide 6 - Quiz

Wat is een synoniem van realiteit
A
oplettend
B
waarheid
C
modeverschijnsel
D
werkelijkheid

Slide 7 - Quiz

Wat betekent hooguit?
A
het hoogste punt
B
op z'n meest
C
het laagste punt
D
op z'n minst

Slide 8 - Quiz

Wat is een synoniem van reputatie?
A
werkelijkheid
B
realiteit
C
ruzie
D
naam

Slide 9 - Quiz

Wat betekent: Hij ruikt onraad?
A
Hij voelt dat er gevaar dreigt.
B
Hij weet dat hij niet gaat winnen.
C
Hij denkt dat het wel goed zal komen.
D
Hij is bang dat er wordt ingebroken.

Slide 10 - Quiz

Wat is een synoniem van alert?
A
attent
B
aardig
C
oplettend
D
werkelijkheid

Slide 11 - Quiz

Welk woord past er op de ........?
Mijn vader heeft een oud.......... van Asterix en Obelix.
A
actualiteit
B
reputatie
C
burger
D
exemplaar

Slide 12 - Quiz

Wat is een synoniem van lokaal?
A
plaatselijk
B
regionaal
C
landelijk
D
provinciaal

Slide 13 - Quiz

Wat is een synoniem van direct?
A
meteen
B
straks
C
dreigen
D
dialect

Slide 14 - Quiz

Wat betekent: Een neus hebben voor?
A
Er verstand van hebben.
B
Nieuwsgierig zijn.
C
Je ergens mee bemoeien
D
Brutaal zijn.

Slide 15 - Quiz