Hoofdstuk 1

• Gs
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Geschiedenis

1.1 orientatie

1.2

A. Boze burgers

Standensamenleving

Eerste stand: Gelovigen helpen en soms besturen

Tweede stand: Vechten in het leger en besturen

Derde stand: Werken. Zij betalen belasting

Twee redenen ontevredenheid boeren en burgers bestuur koning

1.  Te hoge belastingen op goederen

2. Je moet belasting betalen, maar mocht niet meepraten of beslissen over het bestuur.

Je ziet een afbeelding.

De twee mannen: een geestelijke en iemand van adel zitten op de rug van de boer.

1. Zie je iets vreemds aan de boer?

2. Waarom zouden ze op de rug van de boer zitten?

Maak opdracht 1 t/m 15 -> controle antwoordenboekje

B. Revolutie

De Franse koning Lodewijk XVI was een absolute vorst

-->  probleem: hoge schulden 

-> oplossing  volksvertegenwoordiging

-> dit werd Ruzie

-> dus...Zij richten een nieuwe volksvertegenwoordiging op

--> Start revolutie

Absolute vorst -> iemand die alle macht heeft.

Volksvertegenwoordiging -> vergadering 3 standen

Revolutie -> grote verandering bijvoorbeeld de Franse in het bestuur

Maak opdracht 16 t/m 23

C De koning is dood

De nieuwe volksvertegenwoordiging had nu de macht.

2 veranderingen:

- afschaffen voorrechten geestelijke en adel

- burgers mogen stemmen

--> De koning wil vluchten, maar werd opgepakt.

--> De koning werd ter dood veroordeeld

--> nieuwe regering ( een Republiek) voert veel nieuwe regels in en wie niet wil luisteren krijgt te maken met geweld / dood

--> dit noemen we de terreur.

Republiek: land zonder koning 

Terreur :De periode van 1793-1794 tijdens de Franse Revolutie waarin een kleine groep de macht had en die met geweld verdedigde.

Maak opdracht 24 t/m32

1.2

1.3

Leerdoelen

Wat gaan wij doen?

We kijken samen naar vroeger en zo

Paragraaf 1.3

Daarna mag in je in tweetallen werken aan de opdrachten 1 t/m 33

Klaar? 

Samen nakijken