Les 5 Bloedvatenstelstel

2 minuten voordat de les begint

  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/agenda op tafel.
  • Blz. 96 handboek. 
  • Blz. 84 werkboek. 
  • stilte
timer
2:00
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

2 minuten voordat de les begint

  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/agenda op tafel.
  • Blz. 96 handboek. 
  • Blz. 84 werkboek. 
  • stilte
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Even herhalen

Slide 2 - Slide

rechterboezem
1
linkerkamer
2
Hartkleppen
3
hartkleppen
3
harttussenwand
5

Slide 3 - Slide

longslagader
1
aorta
2
bovenste holle ader
2a
onderste holle ader
2b
longader
1a

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

kransslagader - aanvoer zuurstof en voedingsstoffen

kransader-afvoer van CO2 en afvalstoffen

Slide 7 - Slide

Doel van de les
  • Je kunt de belangrijkste bloedvaten van het bloedvatenstelsel noemen. 
  • Je kunt aangeven hoe welke bloedvaten zuurstofrijk en zuurstofarm bloed bevatten

Slide 8 - Slide

bloedvaten

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Bloedvatenstelsel
  • Hoe herkennen we slagaders?
  • en aders?
  • Veel organen hebben ook slagaders/aders want ze hebben veel bloed nodig 

Slide 12 - Slide

Bloedvatenstelsel
  • Elk orgaan krijgt bloed via een slagader
  • Er gaat ook zuurstofarm bloed weer weg via een ader
  • De namen hiervan zijn vanzelfsprekend
  • De poortader is wat anders..

Slide 13 - Slide

Bloedvatenstelsel
  • Elk orgaan krijgt bloed via een slagader
  • Er gaat ook zuurstofarm bloed weer weg via een ader
  • De namen hiervan zijn vanzelfsprekend
  • De poortader is wat anders..

Slide 14 - Slide

De lever
  • De lever heeft een slagader en een ader
  • Er zit nog een ader vast aan de lever, de poortader
  • De poortader komt van het darmkanaal af (dunne/dikke darm en maag)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

    Aan het (huis)werk
Lesstof thema 3.5 lezen
opdrachten 13 en 14 maken (blz 84 en 85)

Voor volgende les moet dit af zijn. Noteer dit nu in je agenda. 

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Nu mogen jullie de telefoon pakken. 
timer
0:30

Slide 20 - Slide

Test jezelf

Ga naar Lesson Up en wacht op de klascode.....

Slide 21 - Slide

Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 22 - Quiz

Waardoor verdwijnt het bloed
vanuit je arm?
A
Door de armader
B
Door de poortader
C
Door de armslagader
D
Door onderste holle ader

Slide 23 - Quiz

Het bloed neemt koper op uit het voedsel en vervoert het naar de lever.
Het bloedvat dat bloed vanuit de darmen naar de lever vervoert, is in de afbeelding aangegeven met nummer 11. 

Hoe heet dit bloedvat?  
darmslagader
leverader 
leverslagader
poortader

Slide 24 - Drag question

nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader

Slide 25 - Drag question

welk bloedvat bestaat niet?
A
De leverader
B
De leverslagader
C
De darmslagader
D
De maagader

Slide 26 - Quiz


nr 1 en nr 3
A
1. holle ader 3: maagslagader
B
1. aorta 3: leverslagader
C
1. aorta 3: maagader
D
1. holle ader 3: leverader

Slide 27 - Quiz


nr 6 en nr 7
A
6. dikke darmslagader 7: dunne darmslagader
B
6. dikke darmslagader 7: dunne darmader
C
6. dikke darmader 7: dunne darmslagader
D
6. darmslagader 7: darmader

Slide 28 - Quiz


nr 9 en nr 11
A
9. dunne darmader 11: holle ader
B
9. poortader 11: holle ader
C
1. poortader 2: leverader
D
1. leverslagader 2: poortader

Slide 29 - Quiz

Welke ader vervoert zuurstofrijk bloed?
A
Lichaamsaders
B
Longader
C
Leverader
D
Poortader

Slide 30 - Quiz

Welk bloedvat is een uitzondering
op de naamgeving?
A
Armslagader
B
Nierslagader
C
Poortader
D
Beenader

Slide 31 - Quiz

Drie bloedvaten zijn de leverader, de leverslagader en de poortader.
In welk bloedvat of in welke bloedvaten is het bloed zuurstofrijk?
A
Alleen in de leverslagader
B
In de leverader en in de poortader
C
In de leverslagader en de poortader
D
In geen van allen

Slide 32 - Quiz

De voedingsstoffen die in de dunne darm worden opgenomen, komen eerst terecht in de:
A
leverader
B
poortader
C
leverslagader
D
onderste holle ader

Slide 33 - Quiz

Welke slagader vervoert
zuurstofarm bloed?
A
Aorta
B
Longslagader
C
Hoofdslagader
D
Kransslagader

Slide 34 - Quiz

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 35 - Quiz

Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader

Slide 36 - Quiz

Telefoons weg!

Slide 37 - Slide