Verspenen

• Plant Praktijk
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Verspenen

Doelen van de les

• Je kan aan het einde van de les vertellen wat verspenen is.            
• Je kan de praktische handeling van verspenen uitvoeren zoals uitgelegd door de docent.

Wat is verspenen? 

Zaailingen verplanten in een grotere pot.

Waarom?

- Planten hebben meer ruimte nodig voor de groei;

- Door wortelgroei, meer opname van water en voedsel;

Doel is dus: Stevige planten met veel wortels krijgen.

Verspenen? 

Zo doe je dat:

Verspenen
Wat weet je al?

Tot welke hoogte plant je je kiemplantjes in?

1. Tot aan het kiemblad
2. Je plant alleen de worteltjes in
3. tot halverwege het kiemsteeltje
4. je hoeft ze helemaal niet in te planten

Blaadjes:

Praktijk opdracht verspenen

• Maak groepjes van 2
• Je pakt een kist
• Je pakt potjes die de docent aanwijst
• Je pakt potgrond op de tafel
• Potjes goed vullen aandrukken

Vervolg opdracht praktijk

• Je krijgt plantjes die docent aan je geeft
• Voorzichtig met een stokje plantjes uit de tray halen
• Gaatje maken in de  potgrond
• Plantje in plantgaatje laten zaken
• Voorzichtig aandrukken.

Werkvolgorde:

• Je vult de kist met potjes
• Je zeeft de grond
• Potjes vullen, grof onderin, potgrond er op en fijn erboven.
  
• Potjes afvullen tot de rand net zichtbaar is
  
• Prik er een gaatje in met een stokje

Verspenen:

• Pak heel voorzichtig de zaailingen uit de zaaibak door met je hand er onderdoor te gaan
• VOORZICHTIG met de fijne wortels
• Schut voorzichtig de grond eraf
• Pak de jonge plantjes aan de blaadjes
• Zet de plantjes voorzichtig in het plantgaatje
• Kist vullen en voorzichtig nat maken

Verspenen:

• Pak heel voorzichtig de zaailingen uit de zaaibak door met je hand er onderdoor te gaan
• VOORZICHTIG met de fijne wortels
• Schut voorzichtig de grond eraf
• Pak de jonge plantjes aan de blaadjes
• Zet de plantjes voorzichtig in het plantgaatje
• Kist vullen en voorzichtig nat maken

Wat weet je nu over verspenen?
Benoem 1 punt.

Wat vond je goed gaan en minder goed gaan aan de les van vandaag het mag van alles zijn (ook bijvoorbeeld uitleg van de docent, of je werkhouding)?
Geef 1 voorbeeld van goed en 1 voorbeeld van minder goed.

Hoe kan je het verspenen zelf gebruiken? Benoem een voorbeeld.