LES 2 - FEIT OF MENING?

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Titel van de les
subtitel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

              Inleiding
...Tijdens de vorige les heb je wat geleerd over de ambulance en de ambulancebroeder.

Vandaag ga je leren is het een feit of een mening?
Vervolgens lees je de tekst en beantwoord je hier vragen ov

Slide 5 - Slide

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
Theorie 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Even checken...
We hebben het net heel kort over feiten en meningen gehad.
Sommigen van jullie wisten misschien al wat dit betekende.

We gaan nu een korte quiz doen om te controleren wat je al weet. Leerlingen die alles goed hebben, hoeven niet meer mee te doen met de uitleg. 

Succes! 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Voorkennis
Voorkennis
Voorkennis
Voorkennis
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb de liefste vriend(in).
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Den Haag is de hoofdstad van Nederland.
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Voetbal is de leukste sport
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een voetbal is rond
A
feit
B
mening

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De kerstvakantie is te kort.
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel vragen heb je goed beantwoord?
05

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Feit

Een feit kun je...
  • bewijzen
  • controleren
  • opzoeken

Gisteren droeg ik een rood shirt.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Mening
Een mening is iets persoonlijks.
Ik vind groen de mooiste kleur.

Stel jezelf de vraag:
  • Vindt iedereen dit?
  • Kan ik dit controleren of bewijzen?

» Zo niet, dan is het een mening

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Feit
Mening
kun je controleren
kun je opzoeken
iedereen kan er anders over denken
volgens jou is het de waarheid

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

           Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
kan ik zoeken naar feiten en meni
Checklist (verwijder dit na het ontwerpen van je les!)
  • Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.
  • Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.
  • Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).
  • Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).
  • De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).
  • Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm).

Slide 19 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
           Theorie
Het is erg belangrijk om het verschil tussen feiten en meningen te herkennen.

Mening:
Het is al laat.
Chocolade is lekker.
Feit:
Het is nu twaalf uur.
In deze chocoladereep zit suiker.

Slide 20 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Aan de slag!
Je maakt opdracht 2. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Eindslide

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions