les 1 en 2 periode 6

Zorg, periode 6, les 1


basisboek Helpende zorg en welzijn hfst 5.5

leerdoel periode 6: Je kunt vertellen hoe je informatie overdraagt, rapporteert en registreert

leerdoel les 1: Benoem het belang van een goede overdracht en vertel welke manieren van rapporteren er zijn.
1 / 38
next
Slide 1: Slide
VerzorgingBeroepsopleiding

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zorg, periode 6, les 1


basisboek Helpende zorg en welzijn hfst 5.5

leerdoel periode 6: Je kunt vertellen hoe je informatie overdraagt, rapporteert en registreert

leerdoel les 1: Benoem het belang van een goede overdracht en vertel welke manieren van rapporteren er zijn.

Slide 1 - Slide

Soms moet je heel precies zijn in wat je vertelt.

Kun je je zo'n moment herinneren?
schrijf het op het papiertje

  • vertel het aan je buurman/ buurvrouw

Slide 2 - Slide

Waarom is een goede overdracht / rapportage in de zorg belangrijk?

Slide 3 - Slide

manieren om te rapporteren

  • mondeling 

  • schriftelijk



Slide 4 - Slide

mondelinge rapportage niet altijd geschikt

Ik geef iets mondeling door ........... klopt het verhaal nog?

Slide 5 - Slide

checklist en protocollen

Slide 6 - Slide

Wanneer zou je een 
overzicht willen 
gebruiken met deze info?

wanneer (dag en tijdstip)
welke ontlasting (type)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

ken je nog meer protocollen?

Slide 9 - Slide

ZWG4SA

Slide 10 - Slide

Zorg, periode 6, les 2
basisboek Helpende zorg en welzijn hfst 5.5

lesdoel: Je kunt vertellen wat je rapporteert, hoe je rapporteert en wat de SOAP methode is

Slide 11 - Slide

Weten jullie nog wat we vorige week hebben besproken?

Slide 12 - Slide

Waar denk jij aan bij
rapporteren?

Slide 13 - Mind map

Wat is rapporteren?

Het schriftelijk of mondeling doorgeven van observaties aan andere personen. 

Slide 14 - Slide

Waarom rapporteren?

Slide 15 - Mind map

Belang van rapporteren
  • informatie doorgeven
  • signaleren van veranderingen
  • vastleggen van afspraken
  • zorg afstemmen op zorgvrager

Slide 16 - Slide

  • zorgdossier
  • ondersteuningsplan
  • individueel handelingsplan
  • ...

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Mondeling
  • vertellen
  • onmiddellijk rapporteren van verontrustende situaties aan verantwoordelijke
  • briefing aan collega's na einde dienst
Schriftelijk
  • schrijven op papier
  • typen op computer, tablet,...
  • registratie van observaties 
  • observatieverslag

Slide 20 - Slide

Tips schriftelijk rapporteren
  1. Correct taalgebruik
  2. Leesbaar, zodat iedereen het begrijpt 
  3. gebruik feiten, wie  wat   waar  wanneer  hoe?
        geen meningen of gevoelens.
   4. gebruik geen woorden als 'steeds' 'erg' 'weer'.
   5. wees respectvol

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Een methode van rapporteren
SOAP (SOEP) =
S = subjectief : info van de zorgvrager of naasten
O = objectief : wat je ziet, waarneemt
A = analyse : wat is er aan de hand? Wat is jouw conclusie?
(E= Evaluatie)
P = plan : probleem oplossing

Slide 23 - Slide

Mevrouw moest vaak naar het toilet.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 24 - Quiz

Meneer was erg onrustig
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 25 - Quiz

Meneer duwde tijdens de verzorging mijn handen steeds weg.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 26 - Quiz

De dochter van mevr. wil niet meer gebeld worden voor onzinnige dingen. Ze schrikt als de telefoon gaat en denkt dat er iets ergs aan de hand is.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 27 - Quiz

tot hier gekomen ma 10-11 les

Slide 28 - Slide

Vanochtend om 7 uur kwam ik de kamer binnen van mevrouw, op dat moment trok mevrouw de dekens over haar gezicht en stuurde mij de kamer uit.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 29 - Quiz

De huid van meneer ziet er een stuk beter uit.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 30 - Quiz

Dhr was tussen 1.00 uur en 2.30uur vannacht wakker, hierna heeft dhr geslapen tot 7.30 uur vanochtend.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 31 - Quiz

Dhr zit de hele dag lui in zijn stoel.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Wat betekent de S van SOAP
A
systematisch
B
schriftelijk
C
subjectief

Slide 34 - Quiz

Wat betekent de O van SOAP
A
overgang
B
ontspanning
C
objectief

Slide 35 - Quiz

Wat betekent de A van SOAP
A
activiteit
B
aandachtspunt
C
analyse
D
ontvangen

Slide 36 - Quiz

Wat betekent de P van SOAP
A
probleem
B
programma
C
patient
D
plan

Slide 37 - Quiz

lesdoel: Je kunt vertellen wat je rapporteert, hoe je rapporteert en wat de SOAP methode is

behaald?
  • volgende week 

Slide 38 - Slide