§ 5.3 Beelden maken met een lens

§ 5.3 Beelden maken met een lens
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§ 5.3 Beelden maken met een lens

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je leert welke soorten lenzen er zijn.
Je leert hoe lenzen lichtbundels veranderen.
Je leert hoe je beelden tekent die bij bolle lenzen ontstaan.

Slide 2 - Slide

Verschillende soorten lichtbundels

Slide 3 - Slide

Wat is een lichtbundel?
Een lichtbundel bestaat uit allemaal lichtstralen die geproduceerd worden door een lichtbron.

We kennen 3 soorten lichtbundels
  • evenwijdig
  • convergente
  • divergente

Slide 4 - Slide

3 soorten lichtbundels

Slide 5 - Slide

Lenzen
Lenzen zijn schaafjes van glas of kunststof (plastic)
Voorbeelden: in
  • camera's
  • verrekijkers
  • beamers

Met lenzen kun je een lichtbundel van richting veranderen
Dit noemen we: lichtstralen breken

Slide 6 - Slide

Positieve lenzen
Positieve lenzen zijn in het midden dikker dan aan de rand. 

Daarom worden ze ook wel
bolle lenzen genoemd. 

Slide 7 - Slide

Een positieve lens
Een positieve (bolle) lens heeft een convergente werking.

De lichtstralen gaan naar elkaar toe.
Er ontstaat een brandpunt.

Slide 8 - Slide

Bolle lens
Een bolle lens knikt de lichtstralen naar binnen.



CONVERGERENDE WERKING

Slide 9 - Slide

Brandpunt (F)
Het brandpunt (F) van een bolle lens is het punt waar de lichtstralen samenkomen als op de lens een evenwijdige lichtbundel schijnt. 

Slide 10 - Slide

Bolle lens
De lijn die door het midden van de lens gaat en loodrecht op de lens staat.
Afstand tussen brandpunt en het midden van de lens.

Slide 11 - Slide

Een sterkere lens knikt de lichtstralen meer naar binnen. De brandpuntsafstand is dan kleiner.

Slide 12 - Slide

Positieve lenzen
Met een positieve lens kun je een voorwerp vergroot of verkleind afbeelden

Slide 13 - Slide

Negatieve lenzen
Een negatieve lens is in het midden
dunner dan aan de rand.

Daarom worden ze ook wel
holle lenzen genoemd. 

Slide 14 - Slide

Negatieve lenzen
De lichtstralen gaan uit elkaar.

Een negatieve lens heeft een divergerende werking.

Slide 15 - Slide

Lichtstralen worden door een negatieve lens naar buiten geknikt. Een divergerende werking.

Slide 16 - Slide

 Lenzen
Lenzen teken je als een rechte streep met een Plus(positieve lens) of een min(negatieve lens) erboven.

Slide 17 - Slide

Construeren van beeld
We doen het altijd met twee lichtstralen

1  - Evenwijdig aan hoofdas. Na de lens door brandpunt (F)
2 -  Door het midden van de lens, verandert niet van richting

Slide 18 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Noem een ander woord voor positieve lens
A
bolle lens
B
holle lens

Slide 22 - Quiz

Lichtstralen die uit elkaar lopen vormen een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 23 - Quiz

Lichtstralen die naar elkaar lopen vormen een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 24 - Quiz

Met een bolle lens maak je een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 25 - Quiz

Met een holle lens maak je een
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 26 - Quiz

Met en plat stukje glas maak je
A
evenwijdige stralenbundel
B
divergerende stralenbundel
C
convergerende stralenbundel

Slide 27 - Quiz