Chapter 4 - imperative + listening

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Our plan for today:
  • Homework
  • Grammar (imperative)
  • Worksheet
  • Break (10 minutes)
  • Listening & Reading practice
  • Slimstampen

Slide 2 - Slide

Vocabulary Homework

Slide 3 - Slide

Vertaal naar Nederlands
1. neighbourhood
timer
0:30

Slide 4 - Open question

Vertaal naar Nederlands
2. decide
timer
0:30

Slide 5 - Open question

Vertaal naar Nederlands
3. opposite
timer
0:30

Slide 6 - Open question

Vertaal naar Engels
4. buitenwijk
timer
0:30

Slide 7 - Open question

Vertaal naar Engels
5. achter
timer
0:30

Slide 8 - Open question

Vertaal naar Engels
6. ontmoeten
timer
0:30

Slide 9 - Open question

Imperative

Slide 10 - Slide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Je gebruikt de gebiedende wijs (in het Engels dus imperative) wanneer je iemand vertelt wat diegene moet doen. 
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

The Imperative
De Gebiedende Wijs

Slide 11 - Slide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Sit down!                            Ga zitten!
Open your books!            Doe je boeken open!
Be quiet!                             Wees stil!
Eat your meal!                   Eet je maaltijd op!
The Imperative
De Gebiedende Wijs

Slide 12 - Slide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

The Imperative
De Gebiedende Wijs
Je gebruikt don't als iemand iets niet moet doen.
Sit down! 
Open your books!
Be quiet!
Don't sit down! 
Don't open your books!
Don't be quiet!

Slide 13 - Slide

Wees op tijd!
A
Take your time.
B
Are on time.
C
Be on time.
D
Come in the right time.

Slide 14 - Quiz

Ga naar boven!
A
Turn up
B
Go upstairs
C
Go down
D
Up stairs

Slide 15 - Quiz


Je mag niet drinken hier!
A
Drink here!
B
Does not drink here.
C
Drink not here.
D
Don't drink here.

Slide 16 - Quiz


Vertaal: Lees jouw boek.
(to read)

Slide 17 - Open question


Vertaal: Poets je tanden.
(to brush)

Slide 18 - Open question


Vertaal: Niet praten!
(to talk)

Slide 19 - Open question

4 - NO PLACE LIKE HOME
What: Do the exercises
How: In the worksheet
When: 20 minutes
Help:  If you have a question, raise your hand
Done:   1. Finish the homework for today (check SomToday)
               2. Slimstampen Vocabulary C


timer
20:00

Slide 20 - Slide

timer
10:00

Slide 21 - Slide

Listening

Slide 22 - Slide

Reading
What: Do the reading exercises
How: In your online book
When: 10 minutes
Help:  If you have a question, raise your hand
Done: You can draw or read something.
timer
10:00

Slide 23 - Slide

4 - NO PLACE LIKE HOME
What: Slimstampen (Vocabulary C)
How: In your online book
When: till the end of the lesson
Help:  If you have a question, raise your hand
Done: You can draw or read something.
timer
15:00

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide