dins 12 okt toets H1 lezen bespreken + H1 grammatica zinsdelen

Deze les

Toets H1 lezen voordoen 
H1 grammatica zinsdelen herhaling
Aan de slag
Afsluiting
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les

Toets H1 lezen voordoen 
H1 grammatica zinsdelen herhaling
Aan de slag
Afsluiting

Slide 1 - Slide

Mavo H1 lezen opdracht 5 --> kopiëren!!
Leerdoelen


Je hebt gezien hoe je een toets begrijpend lezen moet aanpakken.

Je kan de pv t/m de bwb benoemen.


Slide 2 - Slide

Mavo H1 lezen opdracht 5 --> kopiëren!!
Toets bespreken!
  • Alles van tafel! Je krijgt aan het einde jouw toets om in te zien. 
  • Vragen? Aan het einde! Ik doe de toets voor en jullie zijn stil. 
  • Heb je een voldoende? Dan hoef je niet mee 
    te doen. Dan ga je bezig met H1 grammatica 
    zinsdelen (deze week alle opdrachten af). 
    Vind je dit lastig? Pak je oordopjes en kijk het
    uitlegfilmpje dat op SOM staat. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions




Dit jaar wil Cheng een valentijnskaart aan Pim sturen. 

Slide 4 - Slide

Mavo H1 lezen opdracht 5 --> kopiëren!!



Dit jaar |wil| Cheng | een valentijnskaart | aan Pim sturen. 

pv = wil          wg = wil sturen 
ow = Cheng                  lv = een valentijnskaart

Slide 5 - Slide

Mavo H1 lezen opdracht 5 --> kopiëren!!
De regels
pv --> zin in de andere tijd /  vraagzin maken
wg --> alle werkwoorden uit de zin. 
ow --> Wie (of wat) + wwg? = ................. 
lv --> Wie/wat + wwg + ond? = .............. 
mv --> aan wie/ voor wie?
bwb --> alles wat overblijft

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Die gekke vragen van jou begrijp ik echt niet.
pv - wg - ow

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Waarom zitten jullie zo te giechelen?
pv - wg - ow

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Ik gaf mijn moeder bonbons.
lv =
A
ik
B
mijn moeder
C
bonbons
D
X

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Heb jij je schrift vandaag bij je?
lv =
A
jij
B
je schrift
C
vandaag
D
je

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wij hebben veel spinnen in ons schuurtje.
pv, wg, ow, lv

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Het meewerkend voorwerp
Regel: aan wie? voor wie?

voorbeelden:
Ik geef aan jou mijn aantekeningen van geschiedenis.

Ik koop voor mijn moeder een nieuw telefoonhoesje. 


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Maar let op!


- Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp (mv)!
- Soms staat 'aan' niet in de zin:
   * Ik geef aan jou mijn zakdoek.      aan jou  = mv
    * Ik geef jou mijn zakdoek.                        jou = mv
- met ' aan' of 'voor' mag geen plaats of tijd bedoeld worden:
     * Ik zal voor het huis op je wachten.  voor het huis is geen mv
      * Ik hang mijn jas aan de stoel.    aan de stoel is geen mv

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Ik heb voor jou even de ramen gelapt.
mv =
A
Ik
B
jou
C
voor jou
D
voor de ramen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
H1 grammatica zinsontleding alle opdrachten maken 
(deze week af) 

Klaar? Trainen via NN online / lezen in je leesboek 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Wat heb je gedaan tijdens deze les?
Hoe heb je gewerkt? 


Leesboek uit na de herfstvakantie. 
Nu nog geen (goed) boek........

Slide 16 - Slide

This item has no instructions