les 5 reizen + toets

Vragen 31 tot en met 40
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vragen 31 tot en met 40

Slide 1 - Slide

Even Herhalen...
Aspecten & Kenmerken
Algemene omschrijving, kan voorstelling & vormgeving zijn

Aspecten van de Voorstelling
Wat je ziet........... attribuut, accessoire, blikrichting, gebaar, gezichtsuitdrukking, houding, genre, idealiseren, kleding landschap, mimiek, naar de fantasie, naar de waarneming........

Aspecten van de vormgeving - Beeldende aspecten
Compositie/Ordening, Kleur, Licht, Lijn, Textuur, Ruimte, Structuur, Vorm, Geluid

Functie Waar is het voor bedoeld, waar gebruik je het voor

Slide 2 - Slide

Assemblage is een kunstzinnig proces waarbij driedimensionale gevonden voorwerpen bedacht samengevoegd worden tot een nieuwe compositie. De kunstwerken die op deze wijze ontstaan, noemt men assemblages.

Slide 3 - Slide

 Installatie:De term, die oorspronkelijk alleen werd gebruikt voor het plaatsen van een kunstwerk in de galerie, is later ook een bepaalde manier van kunst maken gaan aangeven. Bij installatiekunst kunnen de afzonderlijke elementen die zijn samengebracht binnen een zekere ruimte als één enkel werk worden beschouwd.

Slide 4 - Slide

Kinetische kunst of kinetic art is een stroming in de kunst waarin beweging centraal staat. De bedoeling van kinetische kunst is om de bewegende verandering van licht of beweging te begrijpen.
https://youtu.be/LewVEF2B_pM

Slide 5 - Slide

- Ready-made kunstwerk bestaande uit alledaags voorwerp of alledaagse tekst - Woordfeit: De readymade (letterlijk `kant-en-klaar`) is bedacht door de Franse kunstenaar Marcel Duchamps. Hij zette een alledaags voorwerp, namelijk een urinoir, in een museum, noemde het `Fontaine` en verklaarde het tot kunst. 
Marcel Duchamps 'fontaine"

Slide 6 - Slide

Bij de vormgeving kijk je naar de ...
A
Materialen
B
Voorstelling
C
Beeldaspecten
D
Technieken

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

De horizon zie je bij punt:
A

Slide 9 - Quiz

De schilder nam een standpunt in, welke?
A
kikvorsperspectief/ laag standpunt
B
ooghoogte/ normaal standpunt
C
vogelvluchtperspectief/ hoog standpunt

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Welk begrip dat voor ruimtewerking zorgt zie je op de afbeelding?
A
maatverhouding
B
gestroomlijnd
C
verkorting
D
vervaging

Slide 12 - Quiz

Welke soort schaduw zie je hier?
A
eigen schaduw
B
slagschaduw
C
kernschaduw
D
halfschaduw

Slide 13 - Quiz

Er is hier sprake van:
A
kleurperspectief
B
lijnperspectief
C
atmosferisch perspectief
D
kikvorsperspectief

Slide 14 - Quiz

Hier wordt de ruimte voornamelijk gesuggereerd door:
A
afsnijding
B
lijnperspectief
C
standpunt
D
atmosferisch perspectief

Slide 15 - Quiz

Toets

- Tekstboek: Examentips blz. 38, 39, 40, 41
- Aspecten van de voorstelling en de aspecten van de vormgeving kennen en kunnen toepassen.
- Lesson-up: Hoofdstuk reizen
- Lesson-up: Beeldaspecten (vorm, kleur, etc)
- Lesson-up: Verschil voorstelling en vormgeving
- Tekstboek: blz. 43, 44, 45, 46, 47, 48 kun je gebruiken om te checken wat je weet.

Slide 16 - Slide

De toets gaat over de afbeeldingen van blz. 28 van je tekstboek.

Tonaal kleurgebruik is dat een kunstenaar gebruik maakt van tinten van 1 soort of uit 1 kleurenfamilie. Je zit veel tinten van 1 kleur.



Contrast in vormsoort
hoekig - rond
Organisch - geometrisch
open - gesloten

Slide 17 - Slide