G4 Vermenigvuldigen van eentermen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Rekenregels 
Vermenigvuldigen in Z

Slide 2 - Slide

Los op:
14 . (-3)
A
- 42
B
42
C
-52
D
52

Slide 3 - Quiz

Los op:
-7 . 3 =
A
28
B
18
C
-21
D
21

Slide 4 - Quiz

Los op:
-9 . (-6) =

Slide 5 - Open question

Rekenregels voor het vermenigvuldigen in Z
* Bepaal het teken van het product
* vermenigvuldig daarna de AW
voorbeeld
(-1).(-1).(-2).5.(-6) 
= + 1 . 1 . 2 . 5 . 6 
= + 60
= 60

Slide 6 - Slide

Los op:
4 . (-10) . (-2) . (-5) . 1 =

Slide 7 - Open question

Rekenregels
vermenigvuldigen in Q
* de breuken
* de kommagetallen

Slide 8 - Slide


Tekst
wat is de lengte van deze weide?
A
de lengte = 3/4
B
de lengte = 15/24
C
de lengte = 5/6
D
de lengte is niet te bepalen

Slide 9 - Quiz


Tekst
wat is de breedte van deze weide?
A
de breedte = 3/4
B
de breedte = 15/24
C
de breedte = 5/6
D
de breedte is niet te bepalen

Slide 10 - Quiz


Tekst
wat is de oppervlakte van deze weide?
A
A = 3/4 + 5/6
B
A = 8/10
C
A = 3/4 . 5/6
D
A = 15/24

Slide 11 - Quiz

breuken vermenigvuldigen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

TO DO!
Vul je boekje aan op pagina 17 en 18.
Indien je vragen hebt, steek je je hand in de lucht.
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Verbetering
p 17

Slide 15 - Slide

Verbetering
p 18

Slide 16 - Slide

Maak hierop nu 4 oefeningen in je boekje op pagina 21
timer
7:00

Slide 17 - Slide

James fietst naar school. Hij woont op 2,7 km van de school. De afstand van Helena is 1,5 keer groter dan die van James. Hoe groot is dan die afstand naar school voor Helena?
A
2,7 km + 1,5 km
B
2,7 . 1,5 km
C
4,05 km
D
5,2 km

Slide 18 - Quiz

Rekenregel om kommagetallen te vermenigvuldigen
* bepaal het teken van het product
* bepaal het product van de getallen zonder komma
* tel het aantal cijfers na de komma van elke factor, dit is dan het aantal cijfers na de komma in het product
voorbeeld:
- 3,7 . (-0,002)                                     rekenwerk: 37 . 2 = 74
= + 0,0074                                             aantal cijfers na de komma: 4

Slide 19 - Slide

Los op:
1,1 . 3,5 =

Slide 20 - Open question

Los op:
-2,5 . (-0,01) . (-3) =

Slide 21 - Open question

- 0,003 . (-200) . (-1) . (0,1) =

Slide 22 - Open question

Maak nu de tweede kolom van oefening 2 op p. 21
timer
7:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Ga naar G4
 
p. 19-20

Slide 25 - Slide