5.1: Industrie en samenleving

5.1: Industrie en samenleving
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.1: Industrie en samenleving

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Bespreken leerdoelen
  • instructie 5.1
  • aan de slag met het maken van de paragraaftoets
  • aan de slag met het uitwerken leerdoel 3 en 4. 

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... Heb je laten zien dat je weet wat er in de 19e eeuw veranderde in het leven van mensen.
... Kun je benoemen hoe en waardoor de productie toenam.
... Heb je geleerd welke mensen er het machtigst werden in de samenleving.
... Leer je welke vorm van kapitalisme er ontstond. 
... Weet je wat er veranderde vanaf 1870 in de industrie

Slide 3 - Slide

Leerdoel 1: Wat er in de 19e eeuw veranderde in het leven van mensen

Slide 4 - Mind map

Leerdoel 2: Hoe en waardoor de productie toenam.

Slide 5 - Mind map

Tot 1800:
  • Al het werk werd met de hand of met  werktuigen gedaan.
  • Meeste mensen wonen en werken op het platteland

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Na 1800: 
  • Handenarbeid vervangen door productie met machines
  • Stoommachine: gemaakt van ijzer en gestookt met steenkool.
  • Industriële revolutie: Ingrijpende verandering in de productiemethoden, waarbij handenarbeid wordt vervangen door machines.
  • steeds meer fabrieken, steeds sneller werken. 

Slide 8 - Slide

Vanaf 1870:
  • Stoommachines vervangen door machines van staal met olie als brandstof.
  • nieuwe industriën: Chemische industrie, voedingsmiddelenindustrie. 

Slide 9 - Slide

Veranderingen:
  • Steden krijgen elektrische verlichting
  • 1830: eerste spoorlijn ter wereld tussen Liverpool en Manchester
  • 1839: Eerste Nederlandse spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem.
  • zeilschepen van hout vervangen door stoomschepen van ijzer. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De industriële samenleving:
  • Industriële revolutie heeft grote gevolgen voor de verschillende sectoren van de economie.
  • Steeds meer mensen gaan in de industrie sector werken.
  • door de uitbreiding van handel en transport groeide ook de dienstensector.
  • steden groeiden snel.

Slide 12 - Slide

Industriële samenleving:
Nieuwe samenleving: industriële samenleving: meer dan de helft van de bevolking woonde in steden en werkten in de industrie- en dienstensector.

Slide 13 - Slide

Kapitalisme:
handelskapitalisme wordt vervangen door industrieel kapitalisme: kapitalisme waarin ondernemers in de industrie ( fabrieksbazen) de leiding hebben.


Slide 14 - Slide

Is de tekenaar een voor of tegenstander van industrieel kapitalisme? Leg je antwoord uit met een bronelement.

Slide 15 - Open question

De fabrieksbazen:
  • zoveel mogelijk winst maken
  • concurrentie
  • lonen laag
  • arbeiders ontslaan als ze even niet meer nodig zijn.
  • persoonlijke relatie tussen werkgever en werknemer is verandert in een onpersoonlijke relatie. 

Slide 16 - Slide

Aan de slag:
  • Uitwerken leerdoel 3 en 4
  • Maken paragraaftoets, document staat in SOM 

Slide 17 - Slide