What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Mavo 3, Toetsvoorbereiding Kapitel 5 "Köln", Grammatica en zinnen
Toetsvoorbereiding Kap. 5 Köln
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Toetsvoorbereiding Kap. 5 Köln
Slide 1 - Slide
Grammatik A: werden
Let op: dit werkwoord heeft 2 betekenissen in het Nederlands:
werden= zullen en worden
Slide 2 - Slide
Wat is de 1e betekenis van het werkwoord "werden"?
(Tip: deze betekenis lijkt op NL!)
Slide 3 - Open question
Wat is de 2e betekenis van het werkwoord "werden"?
Slide 4 - Open question
het werkwoord 'werden'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 5 - Drag question
Übersetze:
hij wordt
A
er werd
B
er werdet
C
er wird
D
er wirdet
Slide 6 - Quiz
Übersetze:
jij zal
A
du sollst
B
du werdest
C
du wirst
D
du werde
Slide 7 - Quiz
werden
........du morgen 15 Jahre alt?
A
werde
B
wirst
C
werdest
D
wird
Slide 8 - Quiz
werden
ihr ....... zu spät kommen.
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid
Slide 9 - Quiz
Mein Freund ... nächste Woche 15.
Slide 10 - Open question
Diesen Winter ... wir nach Italien fahren.
Slide 11 - Open question
Ihr ... nie verstehen, wie ich mich fühle.
Slide 12 - Open question
Frau Müller, ... Sie morgen kommen?
Slide 13 - Open question
... deine Schwester uns morgen besuchen?
Slide 14 - Open question
Ich ... immer besser in Grammatik!
Slide 15 - Open question
Grammatik C: volt. deelwoord
Het gaat om het voltooid deelwoord van enkele sterke werkwoorden, zie blz. 64.
Leer deze 8 volt. dw. uit je hoofd,
wachsen - gewachsen
zunehmen - zugenommen
enz.
Slide 16 - Slide
waschen
Sie hat die Jeans gestern ......
A
gewaschen
B
gewachsen
C
gewascht
D
wasche
Slide 17 - Quiz
vorlesen
Mama hat etwas ..............
A
gelesen
B
vorgelest
C
lesen
D
vorgelesen
Slide 18 - Quiz
vergessen
Oh nein, ich habe mein Buch .....
A
vergesst
B
vergessen
C
vergesse
D
gegessen
Slide 19 - Quiz
abfahren
Ist der Bus schon .....?
A
abgefahrt
B
fährt ab
C
abgefahren
D
abfahrt
Slide 20 - Quiz
Vul het voltooid deelwoord in:
brechen - Er hat sein Versprechen ......
Slide 21 - Open question
Vul het voltooid deelwoord in:
abfahren - Ist Max V schon .....?
Slide 22 - Open question
Vul het voltooid deelwoord in:
anfangen - Wann hast du damit .....?
Slide 23 - Open question
Vul het voltooid deelwoord in:
waschen - Hast du heute ....?
Slide 24 - Open question
Grammatik D: voegwoorden i.c.m. zinsvolgorde
Leer de voegwoorden NL-D! (blz. 74)
Slide 25 - Slide
Maak een zin met het voegwoord.
Mama fragt mich. (+of) Ich habe Hunger.
Slide 26 - Open question
Maak een zin met het voegwoord.
Ich bin froh. (+dass) Die Sonne scheint.
Slide 27 - Open question
Maak een zin met het voegwoord.
Ich bleibe hier. (+omdat) Es regnet sehr.
Slide 28 - Open question
Maak een zin met het voegwoord.
Ich esse mit. (+nadat) Ich habe Hausaufgaben gemacht.
Slide 29 - Open question
Maak een zin met het voegwoord.
Ich weiß nicht. (+wanneer) Du bist nach Hause gekommen.
Slide 30 - Open question
Zinnen 6b
leer de 12 zinnen NL-D, zie blz. 94.
Slide 31 - Slide
Vertaal:
Alle muren zijn wit.
A
Alle Wände ist weiß.
B
Alle Wände sind weiß.
C
Mein Traumhaus ist ein Bauernhof.
D
Alle Wande sind weiss.
Slide 32 - Quiz
Vertaal:
Er is overal in huis een mooi uitzicht.
A
Es gibt überal im Haus eine gute Aussicht.
B
Es gibt uberall im Haus eine schone Aussicht.
C
Es gibt überall im Haus eine schöne Aussicht.
D
Es gibt im Haus eine schöne Aussicht.
Slide 33 - Quiz
Vertaal:
In de hoek staat een bureau.
A
In der Ecke steht ein Esstisch.
B
In der Ecke steht ein Fernseher.
C
In die Ecke steht ein Schreibtisch.
D
In der Ecke steht ein Schreibtisch.
Slide 34 - Quiz
Vertaal:
In de hoek staat een bureau.
A
In der Ecke steht ein Esstisch.
B
In der Ecke steht ein Fernseher.
C
In die Ecke steht ein Schreibtisch.
D
In der Ecke steht ein Schreibtisch.
Slide 35 - Quiz
Vertaal:
Mijn droomhuis is een boerderij.
A
Mein Traumhaus ist ein Bauernhof.
B
Meine Traumhaus ist ein Bauernhof.
C
Meine Traumhaus ist eine Bauernhof.
D
Mein Traumhaus ist eine Villa.
Slide 36 - Quiz
Vertaal:
De plafonds zijn hoog.
A
Die Decke ist niedrig.
B
Die Decken sind hoch.
C
Die Decken sind niedrig.
D
Die Decke ist hoch.
Slide 37 - Quiz
Vertaal:
Naast de deur staat een tafel.
A
Neben die Tür steht ein Tisch.
B
Neben der Tur steht eine Tisch.
C
Neben der Tür steht ein Regal.
D
Neben der Tür steht ein Tisch.
Slide 38 - Quiz
More lessons like this
De grote kennisquiz
August 2024
- Lesson with
44 slides
by
Quiz!
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!
K6 L456 19-4
April 2021
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, havo, vwo
Leerjaar 2
M3 Kap 5 werden en voltooid deelwoord sterke ww
March 2023
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Montag, den 14. Juni
June 2021
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werden en vt
October 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatik-Wiederholung Kapitel 1 + 2
December 2024
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Klas 1 X-tuur Duits dinsdag 11 april
April 2023
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
HABEN & SEIN & WERDEN verleden tijd
October 2023
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,3