herhaling hst 1

1 / 26
next
Slide 1: Slide
nask2Middelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo g, tLeerroute VGLeerroute VTLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Stoffen  en  deeltjes
Indeling van stoffen

Slide 2 - Slide

Stoffen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Stoffen en deeltjes
Het periodiek systeem

Slide 6 - Slide

Het periodiek systeem
  • 110 elementen (atoomsoorten)
  • Elk element is aangegeven door een symbool
  • Horizontale lijn = periode
  • Verticale lijn = groep
Blz. 14

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Stoffen en deeltjes
Het atoommodel

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Atomaire massa-eenheid 
  • wordt weergegeven met u (unit)
  • gelijk aan protonen + neutronen
  • zie binas
  • atoommassa - atoomnummer = aantal neutronen

Slide 11 - Slide

Stoffen en deeltjes
Ontleedbare stoffen: enkelvoudige ionen

Slide 12 - Slide

Ion = elektrisch geladen deeltje
  • Er wordt een elektron afgestaan / opgenomen
  • Lading noteer je rechts boven het symbool
  • Zouten zijn ionaire verbindingen: positieve en negatieve ionen trekken elkaar aan = ionbinding

Slide 13 - Slide

Stoffen en deeltjes
Ontleedbare stoffen: samengestelde ionen

Slide 14 - Slide

Enkelvoudige ionen: komen voort uit atoom
Samengestelde ionen: komen voort uit molecuul
Het amonium-ion is het enige positief
samengestelde ion, maar gedraagt zich 
wel als metaal-ionen.

Slide 15 - Slide

Stoffen en deeltjes
Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage

Slide 16 - Slide

binding tussen atomen = atoombinding
binding tussen moleculen = molecuulbinding
Naamgeving: atomen waaruit het molecuul bestaat.
Stoffen eindigen meestal op -ide

Slide 17 - Slide

Molecuulmassa = de som van de atoommassa's (binas)
Bij een relatieve massa laat je de eenheid weg.
Berekenen hoeveel massaprocent van een atoomsoort in een verbinding voorkomt:
Blz. 34 t/m 35

Slide 18 - Slide

Metalen
Niet-metalen
Zet de elementen in de juiste groep.
Lood
Pb
Zilver
Ag
Broom
Br
Fluor
F
Stikstof
N
Koper
Cu
Magnesium
Mg
Jood
I
Zuurstof
O
Waterstof
H
Chloor
Cl
Kalium
K

Slide 19 - Drag question

Sleep de elementen naar de juiste toepassing.
H
P
K
He
Mg

Slide 20 - Drag question

Hoeveel protonen bevat het element Cr
A
24
B
52
C
12
D
4

Slide 21 - Quiz

Hoeveel neutronen bevat het element Zn
A
30
B
65
C
35
D
15

Slide 22 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van natriumoxide?

Slide 23 - Open question

Wat is de verhoudingsformule van calciumnitraat?

Slide 24 - Open question

Wat is het massapercentage Broom in Kaliumbromide?
A
119
B
79,9
C
67,1

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Link