2024 les 1 culture en regarder
1 / 33
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Les repas pendant la journée en France
7H00 / 8H00
12H00/14H00
16H00/17H00
19H00/21H00
le dîner
le goûter
le déjeuner
le petit-déjeuner
Slide 16 - Drag question
le croissant
la boulangerie
manger
le café
la confiture
le restaurant
la baguette
Slide 17 - Drag question
broodsoorten
beleg
drankjes
algemene woorden over eten
Slide 18 - Drag question
Wat betekent "Bon appétit !"
A
Slaap lekker
B
Eet smakelijk
C
Gefeliciteerd
D
Tot ziens!
Slide 19 - Quiz
Vertaal: "une entrée"
Slide 20 - Open question
Wat betekent 'des bonbons'?
A
Bonbons
B
Snoepjes
C
Chocolade
D
Bonzen
Slide 21 - Quiz
Vertaal: "Le plat principal"
Slide 22 - Open question
Wanneer eet men in Frankrijk normaal gesproken 'le fromage'?
A
Bij het ontbijt
B
Na het hoofdgerecht
C
Als tussendoortje
D
voor het slapen gaan
Slide 23 - Quiz
Traduis: eten
A
préparer
B
manger
C
arriver
D
venir
Slide 24 - Quiz
Wat is de juiste vertaling van:
" Ik hou niet van kaas".
" Ik hou niet van kaas".
A
J'aime ne pas le fromage.
B
j'aime ne le fromage pas
C
Je n'aime pas le fromage.
D
ne j'aime pas le fromage
Slide 25 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Sandra ne pas mange beaucoup.
B
Sandra ne mange pas beaucoup.
C
Sandra n'mange pas beaucoup.
D
Ne pas Sandra mange beaucoup.
Slide 26 - Quiz
Wat betekent ´un gouter´?
A
een gouden ei
B
een vieruurtje
C
een kaas
D
een toetje
Slide 27 - Quiz
Waar eten Franse scholieren hun lunch?
A
Op het schoolplein, ze eten boterhammen
B
in 'la cantine scolaire', ze eten boterhammen en fruit.
C
In 'la cantine scolaire', ze eten een warme maaltijd
D
In 'la cantine scolaire', ze nemen zelf boterhammen mee.
