Autisme

Cliënt
Basisfase
Thema AUTISME
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Cliënt
Basisfase
Thema AUTISME

Slide 1 - Slide

Planning
weetjes
- autisme spectrum stoornis
- oorzaken 
- symptomen
- centrale coherentie 
- executieve functies
- theory of mind


Slide 2 - Slide

Autisme spectrum stoornis

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Link

Wat is helpend voor kinderen met autisme?

Slide 5 - Mind map

Wist je dat? 
  • 1% van de NL autisme heeft
  •  Erfelijkheid een rol kan spelen bij autisme
  • Autisme is niet te genezen
  • Biologische factoren #Autisme is dus voor een groot deel erfelijk bepaald. Als de ene helft van een eeneiige tweeling het heeft, dan is de kans heel groot dat de andere helft het ...
  • Het hoofd en de hersenen zijn bij een op de vier kinderen met autisme groter. Er zijn ook verschillen in de structuur van de hersenen. ...
  • Jongens hebben vier keer zo vaak autisme als meisjes. Meisjes met autisme zijn meestal minder intelligent dan de jongens.

Slide 6 - Slide

Autisme spectrum stoornis
Autisme is een vaak voorkomende stoornis. Iedereen heeft wel een bepaald beeld hiervan. Autisme kent echter duizenden varianten. Iedereen met autisme heeft zijn eigen variaties en kenmerken. 

Slide 7 - Slide

Waar denk je aan bij autisme?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Autisme spectrum stoornis
= ASS
  • Onder deze paraplu vallen de stoornissen in het informatie verwerkingssysteem van de hersenen

Slide 10 - Slide

Weet jij waarom er is gekozen voor de term autismespectrumstoornis i.p.v. voor de term autisme?

Slide 11 - Open question

-DSM- IV
  • omschrijft verschillende subtypen binnen het autistisch spectrum 
  • Omdat er weinig wetenschappelijke onderbouwing is voor de onderscheiding van deze types is er gekozen voor 1 overkoepelende classificatie
  • De classificatie gaat uit van 3 hoofddomeinen 

Slide 12 - Slide

Oorzaken autisme 
  • Heeft meerdere oorzaken en de biologische factoren  worden op dit moment meest onderzocht
  • Erfelijke factoren: als je ouders autisme hebben is de kans groter
  • omgevingsfactoren: door zuurstof gebrek 

Slide 13 - Slide

Symptomen van Autisme 
Als je autistisch bent, heb je vaak moeite met contact maken met anderen. Er zijn drie vlakken waarin je de kenmerken of symptomen van autisme kunt verdelen:

1. Sociaal gedrag.
2. Communicatie.
3. Gebrek aan verbeelding en flexibiliteit.

Slide 14 - Slide

Beperking in sociaal gedrag
  • Moeite hebben met het maken van oogcontact, maar ook veel staren.
  • Moeite met contact maken met andere mensen. Het niet fijn vinden om aangeraakt te worden.
  • Weinig interesse in andere mensen tonen, je kunt je ook moeilijk in anderen inleven.

Slide 15 - Slide

Communicatie
  •  Een beperkte woordenschat.
  • Vaak en lang over hetzelfde praten.
  • Zinnen of woorden steeds herhalen
  • Moeite hebben om anderen te begrijpen.
  • Een achterstand in de ontwikkeling van gesproken taal.

Slide 16 - Slide

Gebrek aan verbeelding flexibiliteit
  • Zichzelf herhalende trekjes of bewegingen maken.
  • Moeite hebben met (plotselinge) veranderingen en hier weerstand tegen bieden.
  • Dwangmatig handelen en bijzondere rituelen.
  • Veel behoefte hebben aan regelmaat en structuur. 

Slide 17 - Slide

Vertel: Heb jij te maken gehad met autistische cliënten?

Slide 18 - Open question

Behandeling autisme
* Er bestaat geen behandeling of medicijn om autisme mee te genezen.
 * Wel kunnen mensen met autisme met de juiste hulp en behandeling naar school, werken en relaties met andere opbouwen.
*Benoem tijdens de begeleiding positieve en sterke kanten van de cliënt

Slide 19 - Slide

Gedrag wordt bepaald hoe iemand waarneemt.
Iemand met autisme neemt de wereld op een andere manier waar.  De informatie die binnenkomt wordt op een anders vertaald.  

Het gedrag is daarom verassend en op het eerste gezicht onbegrijpelijk. 

Slide 20 - Slide

Centrale coherentie 
  • Mensen zijn in staat  losse informatie tot 1 geheel te kunnen verwerken.  ( je ziet verbanden, denkt snel en reageert)
  • bijvoorbeeld je ziet bol vacht, vier poten en spitse oortjes denk je aan een : kat

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Gevolgen zwakke coherentie 
  • Mensen zien de wereld als berg losse onderdelen
  •  er worden geen automatische verbanden gelegd
  • geen onderscheid in wat belangrijk is en wat niet
  • gefocust op details

Slide 23 - Slide

executive functies 
  • cognitieve functies die te maken hebben met organiseren en plannen
  •  bedenken welke taken na elkaar komen (tandenpoetsen)
  • Hoe moeten taken uitgevoerd

deze functies zorgen er ook voor dat iemand zijn handelen kan evalueren en bijstellen 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

gevolgen van gebrekkige executive functies 
  • bij mensen met autisme werken de functies niet optimaal dit uit zich in :
  • moeite met plannen, dagelijkse handelingen aanleren
  • zaken overzien en planning aanpassen (bijv. kleding afstemmen op het weer) 

Slide 26 - Slide

theory of mind
Het vermogen om:
- gedachten, bedoelingen, gevoelens en ideeën. Van jezelf en anderen op te merken en hier rekening mee te houden. 

bijv. passend op iemands verdriet reageren, of als je vriend geen zin heeft om te voetballen begrijpen dat jullie wel vrienden blijven. 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Geef in eigen woorden aan wat je het meest is bijgebleven tijdens deze workshop?

Slide 29 - Open question