2hv 16-9-2020 uitleg der, die, das

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Gutenmorgen! 

Willkommen beim Deutsch Unterricht

Dienstag, den 06. Oktober 2020

Programm für heute

- 10 Minuten lesen/hören auf www.wdrmaus.de oder www.dw.com oder www.zdf.de/kinder/logo

- Erklärung von der, die, das

- weiter geht's im Arbeitsbuch

Lernziele

Du kennst/kannst:

• de regels voor het toepassen van de lidwoorden der - die - das
• je kunt de woorden van de Lernliste N-D actief gebruiken
  

0

Sleep de juiste lidwoorden naar de juiste vorm.

mannelijk [m]

onzijdig [o]

meervoud [mv]

vrouwelijk [v]

der

die

das

die

der

der

das

das

die

der

die

das

Wat zijn de regels voor de lidwoorden?

Der : Mannelijke personen en namen van dieren bijv.

           der Junge, der Stier

Die:   * Vrouwelijke personen en namen van dieren bijv. die Oma, die Kuh

           * De meeste dingen die eindigen op -e bijv. die Adresse, die Lampe

           * Woorden die eindigen op: -heit, - keit, - schaft, - ung bijv.

           die Freundschaft, die Zeitung, die Freiheit

            * Meervoud: die Kinder, die Freunde

Das:  Woorden waar in het Nederlands vaak -het voor staat. Bijv.

            das Lied, das Pferd, das Spiel en verkleinwoordjes: das Mädchen, 

            das Kaninchen

der-die-das?
... Mädchen

1. die
2. das
3. der

(der, die, das) Mutter

1. der
2. die
3. das

der, die oder das?

Aufgabe

1. der
2. die
3. das

Der, die oder das?
Freiheit

1. der
2. die
3. das

Der, die oder das?
Katze

1. der
2. die
3. das

Der, die oder das?

Ei

1. der
2. die
3. das

Der, die oder das?

Herausforderung

1. der
2. die
3. das

Samenvatting over geslachtsbepaling

-Er zijn drie geslachten en het meervoud (dus 4 opties). Deze zijn mannelijk (m), vrouwelijk (v), onzijdig (o) of meervoud.

-Stel bij het bepalen de volgende vragen:

1. Is het een mannelijke- of vrouwelijke persoons-/dieren-/dingennaam? (m/v)

2. Eindigt het woord op een -e? (v)

3. Is het Nederlandse woord een het-woord in het Nederlands? (o)

4. Gaat het om meer dan 1 persoon/dier/ding? --> Meervoud!

Gibt es noch Fragen??????

Ende

Hausaufgabe: 

machen Seite 34 Aufgabe 41

 und auf Seite 35 Aufgabe 42