Bs. 4 Veranderende ecosystemen

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Veranderende ecosystemen

Bs. 4 

Leerdoelen

In welk stadium zijn de verschillen in abiotische factoren het grootst?

1. 1
2. 3
3. 4
4. 5

Het beginstadium van successie

1. Pioniersecosysteem
2. Climaxecosysteem

PIONIER

CLIMAX

weinig individuen per soort

korstmos

abiotische factoren gelijk

kleine biodiversiteit

eenvoudig voedselweb

gesloten kringloop van stoffen

bomen

Hoe noem je het als een gebied zich helemaal opnieuw moet ontwikkelen na erosie?

1. Primaire successie
2. Secundaire successie

Wat kan een voorbeeld zijn van successie? Welke opeenvolging past bij successie?

1. heide -> zand -> bos
2. bos -> moeras -> plas
3. strand -> duinen -> bos
4. steppe -> kale grond -> regenwoud

Voorbeelden van 

successie

• strand -> duinen -> bos
• zand -> heide -> bos
• plas -> veen/moeras -> bos
• rots onder water -> koraalrif
• kale grond -> steppe/prairie -> (regen)woud

In welk ecosysteem blijft de biomassa gelijk?

1. pioniersecosysteem
2. climaxecosysteem

Waar verwacht je meer biodiversiteit?

1. Pioniersecosysteem
2. Climaxecosysteem

-Leg uit hoe het inzetten van grote grazers de successie in duinvalleien kan beperken
-Leg uit waarom het maaiafval wordt afgevoerd (2pt)

Doen

Maak de opdrachten in bs. 4