h2 water

Hoofdstuk 2 Water
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Water

Slide 1 - Slide

Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Gootsteenontstopper
D
Schoonmaakazijn

Slide 2 - Quiz

Welke stof is er op je kleding terechtgekomen als je kleding grauw wordt tijdens het wassen?
A
Kalkzeep
B
Natuurlijke zeep
C
Emulgator
D
Synthetische zeep

Slide 3 - Quiz


Hillie lost 50 gram badzout op in een bad met 100 L water.
bereken de concentratie van badzout in water. Laat in je antwoord de berekening zien.

Slide 4 - Open question

Welke kleur geeft een rood lakmoespapiertje in basische oplosing?
A
Rood
B
Blauw
C
Paars
D
Groen

Slide 5 - Quiz

Tijdens een titratie wordt er 2,9 ml natronloog toegevoegd om een 10 ml azijnzuuroplossing te neutraliseren. Bij de titratie reageert 1,0 mL natronloog met 6,0 mg azijnzuur. Bereken hoeveel gram azijnzuur zich in de zure oplossing bevind.

Slide 6 - Open question

Waarom kan zeep mengen met water en olie?

Slide 7 - Open question

Chantal vindt het belangrijk om er aantrekkelijk uit te zien. Om haar huid mooi en schoon te houden, gebruikt ze een crème. Crème is een mengsel.
Geef de drie hoofdbestanddelen van crème.

Slide 8 - Open question

Petra brengt een druppel van een zuur kleurloos reinigingsmiddel op een stukje blauw lakmoespapier.
Wat zal Petra waarnemen?

A
Het lakmoespapiertje blijft blauw
B
Het lakmoespapiertje wordt groen
C
Het lakmoespapiertje wordt rood
D
Het lakmoespapiertje wordt paars

Slide 9 - Quiz

met een basisch schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
cement van tegels halen
C
autolak poetsen
D
waterkoker ontkalken

Slide 10 - Quiz

Zuur
Base
Neutraal
pH 7
pH 0
pH 14

Slide 11 - Drag question

gootsteenontstopper is agressiever dan groene zeep. De pH van gootsteenontstopper is
A
Groter dan van groene zeep.
B
Kleiner dan van groene zeep.
C
Kleiner dan 3.
D
Kun je niet zeggen.

Slide 12 - Quiz

Welke stof is basisch?
A
Water
B
Ammonia
C
Cola
D
Azijn

Slide 13 - Quiz

Een koffiezetapparaat kan na een tijd last krijgen van kalkaanslag.
Welk soort schoonmaakmiddel kun je het best gebruiken om kalkaanslag in een koffiezetapparaat te verwijderen?

A
Een basisch reinigingsmiddel
B
Een schuurmiddel
C
Een synthetische zeep
D
Een zuur schoonmaakmiddel

Slide 14 - Quiz

kalkzeep ontstaat als opgeloste kalk reageert met (een)
A
natuurlijke zeep
B
emulsie
C
emulgator
D
detergent

Slide 15 - Quiz

Wanneer in het onderzoek drinkwater (leidingwater) is gebruikt, kunnen de meetresultaten anders zijn dan wanneer gedestilleerd water is gebruikt.

Leg uit waarom de meetresultaten in dat geval anders kunnen zijn.

Slide 16 - Open question

men bepaalt de concentratie van een zuur of base met een
A
oxidatie
B
titratie
C
infiltratie
D
deductie

Slide 17 - Quiz