week 5 - pret. indefenido

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Corregir los deberes
  • árticulo del periódico
  • Introducción tarea 3
  • Pretérito indefinido
Miércoles, 2 de febrero
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Corregir los deberes
  • árticulo del periódico
  • Introducción tarea 3
  • Pretérito indefinido
Miércoles, 2 de febrero

Slide 1 - Slide

Tarea 1.9
El Blog de Aitor
Leerdoel: pretérito perfecto

Slide 2 - Slide

Tarea 1.9 opdacht A
hemos visto, hemos hecho, hemos visto, hemos visto, has visto, has estado, ha dicho, hemos ido, ha querido, ha empezado, he hecho, han tenido, he sobrevivido

Slide 3 - Slide

Tarea 1.9 opdracht B 
Voorbeeld uitwerking:
Aitor is met zijn ouders op excursie gegaan door de regio Alicante.
Ze hebben Elche bezocht. Helaas hebben ze Aarón Niguez niet gezien. Ze hebben wel heel veel palmbomen gezien. Daarna hebben ze "la Dama de Elche" bezocht. Het is een kopie. Het origineel hangt in Madrid. Toen zijn ze naar Torrevieja gegaan.Hier hebben ze paella gegeten. De moeder van Aitor heeft geen paella willen eten omdat je in Torrevieja caldero moet eten. Op de terugweg hebben zijn ouders het idee gehad om Tabarca te bezoeken. Gelukkig is het een klein eiland. Aitor heeft de excursie met zijn ouders overleefd

Slide 4 - Slide

Tarea 1.9 opdacht C
Voorbeeld uitwerking:
Aitor ha ido de excursión con sus padres por la región de Alicante.
Han visitado Elche. Afortunadamente no han visto a Aarón Ñíguez. Sí han visto muchas palmeras. Después han visitado la "Dama de Elche". Es una copia. El original está en Madrid. Luego han ido a Torrevieja. Aquí han comido paella. La madre de Aitor no ha querido comer paella porque en Torrevieja tienes que comer caldero. De vuelta sus padres han tenido la idea de visitar Tabarca. Por suerte es una isla pequeña. Aitor ha sobrevivido la excursión con sus padres. 

Slide 5 - Slide

El nuevo dilema de la vacuna: cómo usarla para salvar más vidas
Welke woorden verwacht je in de tekst tegen te komen?

Slide 6 - Slide

El nuevo dilema de la vacuna: cómo usarla para salvar más vidas

Zoek de Spaanse woorden in de tekst
  • vaccin
  • zekerheden
  • proberen
  • redden
  • de wetenschap
  • moeilijke beslissingen
  • beperkte informatie
  • verdubbeld
  • besmettelijk
  • sterfte


Slide 7 - Slide

tarea 3
Maak tarea 3.1 tot aan het lezen.
Luisterfragment 
Introducción capítulo 4
Módulo pág. 24

Slide 8 - Slide

Vamos a leer
LA: pág. 65

Introducción capítulo 4

Slide 9 - Slide

Pretérito Indefinido
yo
él, ella, ud.
nosotros
vosotros
ellos, ellas, uds.
HABLAR
hablé
hablaste
habló
hablamos
hablasteis
hablaron
COMER
comí
comiste
com
comimos
comisteis
comieron
VIVIR
viví
viviste
viv
vivimos
vivisteis
vivieron
Leerdoel: pretérito indefinido

Slide 10 - Slide

2 pasados
  • Pretérito Perfecto: ¿Cuándo se usa? 


  • Welke signaalwoorden horen bij de pretérito perfecto? 
Een gebeurtenis die in het verleden plaatsvond maar die nog niet is afgesloten. 
hoy, esta tarde, esta semana, este año, nunca, ya, todavía no.....
Leerdoel: pretérito indefinido

Slide 11 - Slide

(Pretérito) indefinido
  • Gebeurtenissen die in het verleden plaatsvonden en waarbij die periode voor de spreker wordt gezien als afgesloten.
  • Signaalwoorden: ayer, anoche, el otro día, la semana pasada, el año pasado, en 1993.....
    (zie module 8 pagina 32 en woordenlijst)
Leerdoel: pretérito indefinido

Slide 12 - Slide

Ejemplos
  • Hoy he visitado mis abuelos. 
     Vandaag heb ik mijn opa en oma bezocht. 
  • Ayer visité mis abuelos. 
     Gisteren heb ik mijn opa en oma bezocht. 
  • Esta semana he estudiado mucho.
     Deze week heb ik veel gestudeerd.
  • La semana pasada estudié mucho.
    Vorige week heb ik veel gestudeerd. 
Leerdoel: pretérito indefinido

Slide 13 - Slide

A practicar
LA: pág. 67, ej. 1, 2, 3


Leerdoel: pretérito indefinido
DEBERES: voor woensdag 9 februari
Leren: pretérito indefinido regelmatig
(module pág. 27 en 28)
maken: uit je Libro de ejercicios: ej. 4.1, 4.2, 4.3

Slide 14 - Slide