Les 3 woordenschat

1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
We gaan verder met woordenschat. We herhalen ook de begrippen van de vorige les.

Leerdoelen:
- Je begrijpt de betekenis van verschillende 
examenwoorden.
- Je kunt leenwoorden herkennen.
- Je begrijpt de betekenis van enkele 
uitdrukkingen.

Slide 2 - Slide

Wie zou de volgende zin kunnen zeggen?
Voor het boeken van deze kosten zal ik een nieuwe grootboekrekening aanmaken.
A
advocaat
B
boekhouder
C
it'er
D
elektricien

Slide 3 - Quiz

Examenwoorden
De volgende 10 woorden komen in veel teksten voor, ook in Nederlandse examenteksten. Probeer de betekenis van de woorden op te schrijven. 

Slide 4 - Slide

Vraag 1
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

1. Zoek je een baan of een stageplek? Stuur dan een ... (brief met het verzoek aan een werkgever om een baan te krijgen)

Slide 5 - Slide

Vraag 2
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

2. Sommige bedrijven vragen je een ... (voorgedrukt document waarop je iets moet invullen) in te vullen.

Slide 6 - Slide

Vraag 3
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

3. Steeds meer bedrijven hebben een ... (bepaalde manier waarop iets opgezet of georganiseerd is) waarbij het ook online kan.

Slide 7 - Slide

Vraag 4
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

4. Bij ... (zekere) bedrijven moet je een brief schrijven, per post of per e-mail.

Slide 8 - Slide

Vraag 5
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

5. In de brief schrijf je waarom je de baan wilt en welke ... (iets wat je goed of snel kunt) je hebt.

Slide 9 - Slide

Vraag 6
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

6. In een cv zet je alle ... (informatie) over jezelf, je opleiding en je ervaring.

Slide 10 - Slide

Vraag 7
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

7. Heb je het ... (het kunnen van iets) om een foutloze brief te schrijven?

Slide 11 - Slide

Vraag 8
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

8. Dat heeft vaak een positief ... (gevolg van iets): een uitnodiging voor een gesprek!

Slide 12 - Slide

Vraag 9
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

9. Is er nog geen baan? Dan komt jouw naam in een ... (gegevensbank, plaats waar informatie digitaal opgeslagen is).

Slide 13 - Slide

Vraag 10
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bepaalde, database, effect, formulier, gegevens, sollicitatiebrief, stellen, systeem, vaardigheden, vermogen.

10. Word je afgewezen? Dan kunnen we ... (zeggen dat het zo is): geef niet op, want de aanhouder wint!

Slide 14 - Slide

Nieuwe theorie: Leenwoorden
Als mensen uit verschillende landen met elkaar in contact komen, maken ze kennis met nieuwe dingen. Denk maar aan een gerecht, kledingstuk of techniek. Daarvoor bestaan in hun eigen taal nog geen woorden. Vaak wordt het woord uit de vreemde taal dan overgenomen. 
Een woord dat uit een andere taal komt, noem je een leenwoord.

Slide 15 - Slide

Engels
Latijn
Arabisch
Frans
Duits
computer
cadeau
überhaupt
alcohol
museum

Slide 16 - Drag question

In warme landen houden mensen na de lunch vaak een siësta.

Slide 17 - Open question

De beroemde actrice speelt de hoofdrol in een nieuwe thriller.

Slide 18 - Open question

Op de camping kochten we elke ochtend chocoladebroodjes en een croissant.

Slide 19 - Open question

De presentator van de talkshow is elke avond wel een uur met de föhn bezig.

Slide 20 - Open question

Spreekwoorden en uitdrukkingen
In het Nederlands komen veel uitdrukkingen voor die iets met techniek te maken hebben. In de volgende uitdrukkingen is steeds een woord weggelaten. Vul het goede woord in.

Slide 21 - Slide

Vraag 1
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bijltje, golflengte, hangijzer, heft, ketel, pijplijn, spijker, schroeven

1. Hij slaat de ... op de kop.

Slide 22 - Slide

Vraag 2
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bijltje, golflengte, hangijzer, heft, ketel, pijplijn, spijker, schroeven

2. Hij gooit het ... erbij neer.

Slide 23 - Slide

Vraag 3
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bijltje, golflengte, hangijzer, heft, ketel, pijplijn, spijker, schroeven

3. Hij neemt het ... in eigen hand.

Slide 24 - Slide

Vraag 4
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bijltje, golflengte, hangijzer, heft, ketel, pijplijn, spijker, schroeven

4. Het zit nog in de ... 

Slide 25 - Slide

Vraag 5
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bijltje, golflengte, hangijzer, heft, ketel, pijplijn, spijker, schroeven

5. Dat is een heet ... 

Slide 26 - Slide

Vraag 6
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bijltje, golflengte, hangijzer, heft, ketel, pijplijn, spijker, schroeven

6. Wij zitten op dezelfde ...

Slide 27 - Slide

Vraag 7
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bijltje, golflengte, hangijzer, heft, ketel, pijplijn, spijker, schroeven

7. De druk is van de ... 

Slide 28 - Slide

Vraag 8
Kies steeds uit de volgende woorden: 
bijltje, golflengte, hangijzer, heft, ketel, pijplijn, spijker, schroeven

8. Het plan staat op losse ... 

Slide 29 - Slide

Ik ken de betekenis van enkele moeilijke examenwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Ik kan een leenwoord herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik kan uitdrukkingen maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll