Beantwoord met 4 zinnen in het Frans op de 3 vragen in het Frans. En vertel : 1- Wat er gebeurd is (VTT- passé composé)
2-Waar de personen pijn heeft (noem 1 symptoom)
3-Wanneer ze een afspraak hebben bij de huisarts.
4-Wat ze niet kunnen doen (gebruik hier een ontkenning & werkwoorden pouvoir/ kunnen)
Let op! 4 verschillende situaties op havo of vwo niveau.