Les 6 | Sonnet

Lezen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lezen

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les:


- Heb je aan de hand van een aantal aanwijzingen een nieuw gedicht geschreven.

- Herken je de kenmerken van het sonnet.




Slide 2 - Slide

Lesplanning


- Sonnet

-Mindmap bijwerken

- Werk aan een nieuwe portfolio-opdracht

Slide 3 - Slide

Rijmschema
Het rijmschema is de schematische weergave van de eindrijmen in een gedicht.
Je noemt de eerste rijmklank a, de tweede b enz. 

Er bestaan veel rijmschema's:

a a a a = slagrijm
a a b b c c = gepaard rijm   (sinterklaasgedichten)
a b a b = gekruist rijm
a b b a = omarmend rijm
a b c a b c = verspringend rijm

Slide 4 - Slide


Sonnet

Gedicht van veertien regels, vaak verdeeld over vier strofes
4, 4, 3, 3

Belangrijke kenmerken:


Rijmschema is abba, abba, cdc, cdc

of                     abba abba cde cde

Tussen de eerste twee strofes en de laatste twee zit vaak een wending, vaak is dat een tegenstelling of een conclusie.



Slide 5 - Slide

Rijmschema?
ABBA-ABBA-CDE-CDE
Chute?
Eerst jonge kinderen in de schoolbank, ijverig aan het leren. 
Daarna volwassenen, wat verbitterd.

Slide 6 - Slide

Italiaans sonnet - Drs. P.

Ziehier een zuiver Italiaans sonnet
In jambische pentameter geschreven
Dat was zo, dat is altijd zo gebleven
Het rijm abba hoort bij ’t pakket

 Acht regels (2x4), daarna ’t sextet
Dus twee terzinen – onthoud dan even
Een essentieel inhoudelijk gegeven:
Er wordt na regel 8 een val gezet

Deel II is commentaar en overdenking
Als slotconclusie na het exposé
Dat witje heeft dus reden van bestaan

Die val (of volta) is geen val, maar zwenking
Het schema is hier tweemaal cde
Cdcdcd wordt ook gedaan. 

Slide 7 - Slide


De zomers   - Kees Stip

Klaprozen, korenbloemen, barstensvolle
goudgele aren streelden mijn gezicht.
Groengouden vliegen zoemden een gedicht.
Rood liet het ooft de appelwangen bollen.

Zomernachtdonker is gesmolten licht.
Niet bang zijn voor kabouters en voor trollen.
Ze komen 's nachts het grasveld voor je rollen.
Alleen een dom kind houdt zijn ogen dicht.

Zullen wij dit soort zomers nooit meer zien?
Ging dan het paradijs voorgoed verloren
omdat wij aan de wereld toebehoren?

Huil niet, huil niet, de hemel zal misschien
een zolder in een huis zijn zonder zorgen.
Daar hebben ze die zomers opgeborgen.



Kenmerken
Rijmschema
Chute

Slide 8 - Slide

Welke kenmerken van het sonnet komen hier terug?
beeldsonnet

Slide 9 - Slide

Welke kenmerken van het sonnet zag je terug in de beeldsonnetten?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Opdracht 9 Sonnet
  • Neem een (fictief) persoon in gedachten waarvan mensen snel een oordeel hebben.
  • Maak een beschrijving van deze persoon en noteer welke vooroordelen mensen kunnen hebben, maar ook wie deze persoon echt is. Wat is het verhaal achter deze persoon?
  • Nu kun je aan de slag met jouw sonnet
  • Bedenk een pakkende titel
  • Schrijf een sonnet dat voldoet aan de regels (zie mindmap). Zorg dat het aantal versregels en het rijmschema klopt en probeer na het  octaaf (de eerste 8 regels) met een omwenteling/chure/volta te komen.  In het eerste deel beschrijf je iemand met gebruikmaking van de vooroordelen, daarna kom je met het echte verhaal. 
  • In het tweede deel leren we jouw hoofdpersonage dus echt kennen, zoals hij/zij/x echt is. Besteed aandacht aan het gedrag en de gevoelens.  

Slide 13 - Slide