Pluriforme Samenleving herhaling

Planning
  • Een wereld zonder racisme
  • Herhaling Pluriforme Samenleving
1 / 50
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Planning
  • Een wereld zonder racisme
  • Herhaling Pluriforme Samenleving

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Ieder mens is van nature racistisch.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Kinderen zien geen kleur
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Veel mensen vinden het lastig om over racisme te
praten.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Het is beter voor kinderen om ze niet te belasten met
praten over racisme.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Racisme gebeurt het vaakst door middel van
discriminerende woorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat heeft racisme met technologie te maken?

Slide 8 - Open question

Wat is het verschil tussen een tegencultuur en een subcultuur?

Slide 9 - Open question

Herhaling Pluriforme samenleving

Slide 10 - Slide

Welke rol spelen sancties binnen het socialisatieproces?

Slide 11 - Open question

Welke uitspraak is juist?
A
Tot de Tweede Wereldoorlog was de vrouw ondergeschikt aan de man.
B
Tijdens de wederopbouw ontstond de consumptiemaatschappij.
C
Sterke gezagsverhoudingen leidden tot meer individualisering.
D
Door de stijgende welvaart ontstonden jongerenculturen

Slide 12 - Quiz

Noem drie migrantengroepen die na WOII naar Nederland zijn gekomen.

Slide 13 - Open question

Wat betekent het als Nederland een restrictief toelatingsbeleid heeft?

Slide 14 - Open question

De winkel van Nicolae Moldovan in Roemenië is door brand verwoest. Nu zit hij in Nederland en hoopt hier geld te verdienen voor een nieuwe winkel. Tot welke groep immigranten behoort hij?

A
Kennismigrant
B
Vluchteling
C
Economische migrant
D
Volgmigrant

Slide 15 - Quiz

Een Amerikaan die naar Nederland komt om bij een bepaald bedrijf te werken, noemen we een:


A
gastarbeider
B
vluchteling
C
asielzoeker
D
kennismigrant

Slide 16 - Quiz

Wat is meestal de belangrijkste reden voor illegalen om hun eigen land te verlaten?
A
De armoede in hun land.
B
Ze willen bij hun familie in Nederland wonen.
C
Ze worden in eigen land vervolgd.
D
Gezinsvorming: ze hebben een buitenlandse partner gevonden.

Slide 17 - Quiz

Wat zijn de juiste woorden?
Met … bedoelen we de ontwikkeling waardoor mensen en economieën wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken. Een gevolg hiervan is dat de … sterk is toegenomen en er ontstonden …
A
globalisering, internationale handel, multinationals
B
globalisering, toerisme-industrie, fastfood-restaurants
C
lokalisering, internationale handel, multinationals
D
internet, communicatie, netwerk-industrieën

Slide 18 - Quiz

I. Het VN-Vluchtelingenverdrag uit 1951 is het uitgangspunt van het Nederlandse asielrecht.
II. Nederland stuurt geen vluchtelingen terug die in hun land gevaar lopen.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat betekent segregatie?

Slide 22 - Open question

Wat betekent assimilatie?

Slide 23 - Open question

Met integratie bedoelen we dat nieuwkomers zich aanpassen aan de Nederlandse cultuur:
A
met behoud van eigen cultuur-kenmerken.
B
en de Nederlanders zich aanpassen aan de culturen van de nieuwkomers.
C
en de eigen cultuur vrijwel geheel verdwijnt.
D
door die te combineren met hun oorspronkelijke cultuur, waardoor een geheel nieuwe subcultuur ontstaat.

Slide 24 - Quiz

Als een modern gekleed islamitisch meisje een hoofddoek draagt, is dat een goed voorbeeld van:
A
integratie
B
assimilatie
C
wederzijdse aanpassing
D
segregatie.

Slide 25 - Quiz

Welke begrippen horen bij elkaar?
A
Protectionisten – wereldburgerschap – bescherming eigen cultuur.
B
Protectionisten – nationale staten – internationale samenwerking.
C
Internationalisten – wereldburgerschap – bescherming eigen cultuur.
D
Internationalisten – wereldburgerschap – toelaten van vluchtelingen.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Geef een voorbeeld uit de grondwet van de open Nederlandse samenleving.

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Wat is het verschil opvatting over migranten/culturele diversiteit tussen de liberalen en de socialisten?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Wat is het verschil tussen protectionisten en internationalisten?

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Welke drie fases in het integratieproces zijn terug te zien?

Slide 37 - Open question

Geef twee voorbeelden van conflicten tussen migranten en autochtonen die kunnen ontstaan

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Noem een voorbeeld van een sociaal-economisch conflict

Slide 42 - Open question

Noem een voorbeeld van een Cultureel-religieus conflict

Slide 43 - Open question

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Welke vier bindingen bestaan er in een samenleving?

Slide 48 - Open question

Slide 49 - Slide

Noem een voorbeeld van een cognitieve binding.

Slide 50 - Open question