Les 1, 2.1

1 / 38
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?
  • Bespreken SE
  • Uitleg 2.1, Het skelet
  • Aan de slag met opdrachten
  •  Oude examens oefenen 2.1
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Bespreken SE3
  • Geen pennen op tafel!!!
  • Tel je totaal aantal behaalde punten op.

Slide 3 - Slide

2.1 Het skelet

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt de functies van het menselijk skelet noemen.
  • Je kunt de botten van het menselijk skelet benoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe botten gebouwd zijn en uit welke stoffen botten bestaan.
  • Je kunt uitleggen hoe de samenstelling van je botten tijdens je leven verandert.

Slide 5 - Slide

Weet je alle botten nog?

Slide 6 - Slide

De functies van het skelet
- Stevigheid
- Vorm
- Beweging
- Bescherming

Slide 7 - Slide

Stevigheid.
Door het skelet blijf je rechtop staan.
Vorm.
De botten van je schedel geven vorm aan je hoofd.

Beweging.
De spieren zitten aan je botten vast. Door spieren en gewrichten kan je bewegen.
Bescherming.
Door je borstkas en schedel blijven kwetsbare organen beschermt.

Slide 8 - Slide

Pijpbeenderen en platte beenderen.
Pijpbeenderen.
Rond, dienen vooral voor stevigheid en houden je lichaam rechtop.
Platte beenderen.
Plat, beschermen kwetsbare organen.

Slide 9 - Slide

De bouw van beenderen
Kraakbeenweefsel.
Het soepel langs elkaar bewegen van gewrichten.
Beenvlies.
Vlies rond het bot met bloedvaten en zenuwen
Beenweefsel.
Hard weefsel waaruit bot bestaat.
Geel beenmerg.
Alleen in pijpbeenderen. Opslag van vet (daarom is het geel).

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Beenweefsel.
- Bestaat uit beencellen.
- Tussencelstof.
- Veel kalk, weinig lijmstof.
- Beencellen groeien in ringen.
- Hard weefsel, moeilijk te buigen.
Kraakbeenweefsel.
- Bestaat uit groepjes kraakbeencellen.
- Tussencelstof.
- Veel lijmstof, weinig kalk.
- Buigzaam weefsel.

Slide 12 - Slide

Wat gebeurd er met je skelet als je ouder wordt?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Zijn er nog vragen:

Slide 17 - Slide

Opdrachten maken
- Zelfstandig of in groepjes opdrachten maken(Keuze aan jullie)
- Zoek een plekje op in het lokaal waar je rustig kan werken
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Waar hoort een hert bij?
A
zoolgangers
B
teengangers
C
hoefgangers/topgangers

Slide 19 - Quiz


Welk weefsel is spierweefsel?
A
R
B
S
C
T

Slide 20 - Quiz


Welk weefsel is beenweefsel?
A
R
B
S
C
T

Slide 21 - Quiz


Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 22 - Quiz


De botten van kinderen zijn...?
A
Buigzaam
B
Hard

Slide 23 - Quiz


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 24 - Quiz



1
2
Hoe noemen we nummers 1 en 2?
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 25 - Quiz


De borstkas bestaat uit ribben, borstbeen en ledematen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz


In platte beenderen wordt vet opgeslagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz


Ribben zijn een voorbeeld van pijpbeenderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz


Welk weefsel is kraakbeenweefsel?
A
R
B
S
C
T

Slide 29 - Quiz


De gaten in de wervelkolom vormen samen een holte waar ruggenmerg en zenuwen lopen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Succes !
opperarmbeen
teenkootje
dijbeen
sleutelbeen
schedel
heupbeen
kuitbeen

Slide 31 - Drag question

Sleep naar de botten die je 
ziet op de röntgenfoto:
* welke botten komen overeen met botten in het been? 
Spaakbeen
Elleboog
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes

Slide 32 - Drag question

Zet in de goede volgorde, van boven naar beneden 
(1 is boven)
1
2
3
4
borstwervel
heiligbeen
halswervel
lendenwervel

Slide 33 - Drag question

Je gaat nu de examenvragen maken, succes!

Slide 34 - Slide

Welke examenvragen moet je maken?
Vraag: 3, 4, 5, 6, 9, 10, 13, 16, 17, 19, 22, 24

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Afsluiting
  • Wat hebben jullie vandaag geleerd?

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide