L2 H2 adverbios/muy/mucho

1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

SO

in week 23
5 tot 9 juni

Over alle behandelde woordenschat en grammatica
Tarea 1, 2 en 3

Slide 2 - Slide

Hoy  -  Tarea 3
vais a corregir los deberes
vais a hacer ejercicios

vais a aprender los adverbios y muy/mucho
vais a practicar

Slide 3 - Slide

A leer
Lees pagina 31

3.2 las preposiciones
Neem deze goed door!

Slide 4 - Slide

a trabajar
haz el ejercicio 6.1 y 6.2 (LE)

después haz el ejercicio 3.3 del moduleboekje (pag. 32)

Slide 5 - Slide

Vamos a corregirlo
LE: ej. 6.1
a) el coche
b) el taxi
c) el tren
d) el autobús
e) el barco
f) el metro
g) la moto
h) el avión
i) la bicicleta
LE: ej. 6.2

a) la motocicleta
b) el taxi
c) el autobús
d) el metro
e) el barco
f) el avión

Slide 6 - Slide

3.3
1. en coche
2. vamos / en bicicleta
3. vas / a pie
4. va / en avión
5. ir / en barco
6. van / en autobús
7. vais / en tren
8. ir / en tren o en avión

Slide 7 - Slide

A trabajar

6.5    6.7  y  6.8  (LE)

Slide 8 - Slide

A corregir

Slide 9 - Slide

Los adverbios
de bijwoorden van hoeveelheid
abrid LA página 103 y completa la lista

¡OJO!  de bijwoorden van hoeveelheid kunnen ook als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden



zie volgende dia

Slide 10 - Slide

De adverbios
 (bijwoorden van hoeveelheid)

kunnen ook gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord.
In dat geval zijn ze veranderlijk en passen zij zich aan (aan het zelfstandig naamwoord)

'yo quiero muchas galletas'
'tú tienes pocos libros'


poco = weinig
bastante =  tamelijk, behoorlijk
mucho = veel
demasiado = teveel



'ik wil veel koekjes'
'jij hebt weinig boeken'

Slide 11 - Slide

Haz el ejercicio del LA
pág 103 ejercicio 3

tenéis un par de minutos


LA 103 ej 3
a) mucho
b) poco
c) bastante
d) demasiado

Slide 12 - Slide

MUY y MUCHO

Slide 13 - Slide

muy
muy betekent heel of erg
en staat voor een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord

muy is een bijwoord en dus onveranderlijk

el chico es muy alto
las casas son muy bonitas
muy bien
de jongen is heel lang
de huizen zijn heel mooi
heel goed

Slide 14 - Slide

mucho
mucho betekent veel
staat mucho achter een werkwoord, dan is het een bijwoord
als bijwoord verandert het niet!

los alumnos estudian mucho

de leerlingen studeren veel



mucho zegt hier iets over studeren, niet over de leerlingen

Slide 15 - Slide

mucho
als mucho voor een zelfstandig naamwoord staat
dan wordt het een bijvoeglijk naamwoord en verandert deze
mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud
mucho zegt hier iets over de leerlingen
hay muchos alumnos aquí        er zijn veel leerlingen hier

Slide 16 - Slide

Estoy _____ alegre ahora
A
mucho
B
muy
C
muchas

Slide 17 - Quiz

Ricardo tiene ________ gatos
A
muy
B
mucho
C
muchos
D
muchas

Slide 18 - Quiz

Lisa siempre habla ________
A
mucho
B
muy
C
mucha

Slide 19 - Quiz

Mi amigo es _______ simpático
A
mucho
B
muchas
C
muy
D
muchos

Slide 20 - Quiz

Su teléfono es _______ caro
A
muy
B
mucho
C
mucha
D
muchos

Slide 21 - Quiz

E mi casa hay ________ plantas
A
muy
B
muchos
C
muchas
D
mucho

Slide 22 - Quiz

Deberes
LA 103
ejercicios 4 y 5

LE 6.18

https://www.profedeele.es/actividad/muy-mucho/
+ video Moduleboekje MUY/MUCHO

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide