V3 Spreekvaardigheid Lagerhuisdebat

Welkom V3T!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom V3T!

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Wat is een Lagerhuisdebat?
  3. Een debatoefening
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

10 
minuten 
lezen 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Noem drie verschillen tussen een discussie met vrienden en een Lagerhuisdebat.

Slide 5 - Open question

Wat moet een debater in een Lagerhuisdebat doen als hij het woord wil krijgen?
A
roepen
B
hand opsteken
C
bordje ophoog houden
D
gaan staan

Slide 6 - Quiz

Een debater kan worden ingedeeld bij voorstanders van een stelling terwijl hij tegen is. Wat moet hij nu doen?

Slide 7 - Open question

Inhoud
  • Meeste invalshoeken gaat over de kwantiteit van steekhoudende argumenten. Welk team komt met een brede argumentatie, nieuwe aandachtspunten en gebruikt weerleggingen in hun verhaal? 
  • De kwaliteit van de argumenten valt onder Beste onderbouwing. Een team dat met feiten, onderzoeken, quotes van deskundigen en logisch opgebouwde redeneringen komt zal hier hoog scoren. 
  • Het Geloofwaardig gebruik van persoonlijke argumenten en voorbeelden gaat over de invoelbaarheid van het team. Als een team met doeltreffende voorbeelden of eigen ervaringen komt, helpt dit om emoties op te roepen of te versterken. 

Slide 8 - Slide

Van welke kanten (invalshoeken) kun je het onderwerp Europese integratie allemaal bekijken?

Slide 9 - Mind map

Bedenk een persoonlijk voorbeeld bij het volgende argument en standpunt: Uit onderzoek blijkt dat veel jongeren met mentale problemen kampen, zoals psychische problemen en stress. Daarom moet er meer aandacht komen voor psychologische zorg op middelbare scholen.

Slide 10 - Open question

Vorm
  • Meest pakkend/humor gaat over de manier waarop taal gebruikt wordt. Hier vallen oneliners, alliteraties, drieslagen, retorische vragen onder en natuurlijk het gebruik van humor.
  • Bij Beste lichaamstaal gaat het erom dat er krachtig gebruik wordt gemaakt van lichaam en stem. Het is belangrijk dat deze lichaamstaal ook passend is bij de inhoud van het argument. 
  • Ten slotte kijkt de jury naar de Beste samenwerking binnen het team. Het belangrijkste is dat in een team alle leden aan het woord komen, dit houden de juryleden bij op een formulier. Vervolgens let de jury erop of teamleden elkaar aanvullen, ondersteunen en er sprake is van een duidelijke tactiek.

Slide 11 - Slide

Bedenk een oneliner, alliteratie, of een drieslag bij de volgende stelling:
Modernere seksuele voorlichting in het onderwijs is essentieel voor de seksuele ontwikkeling van jongeren.

Slide 12 - Open question

Wat moet je doen om het punt voor Beste lichaamstaal binnen te slepen?

Slide 13 - Mind map

Wat moet je doen om het punt voor Beste samenwerking binnen te slepen?

Slide 14 - Mind map

Een debatoefening
Oefening: Woordensmokkel
Doel: Ontwikkelen spreekvaardigheid
Werkwijze: Schrijf willekeurige zelfstandig naamwoorden op losse briefjes. Elke deelnemer trekt een briefje. Start een Lagerhuisdebat. Doel van de deelnemers is om hun woord in een spreekbeurt te verstoppen. 
Voorbeeld: Het woord ‘pindakaas’ is getrokken. “Ik wil reageren op het punt van Senna. Zei lijkt het leven te zien als een boterham met pindakaas: lekker en smeuïg. Maar dat is het voor veel jongeren niet, zij lijden aan een depressie en daar helpt Calvé niet tegen.”
Wie: 10 leerlingen; de andere leerlingen raden de woorden.
Hoelang: 5 minuten voorbereiden, 5 minuten debat

Slide 15 - Slide

Een debatoefening
  • Stelling ronde 1: Jongeren die aan seks willen beginnen moeten formeel toestemming vragen aan hun ouders/verzorgers.
  • Stelling ronde 2: Nederland heeft een nationale date-dag nodig.

Slide 16 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 31 mei
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, boek, schrift en pen
  • Programma: spreekvaardigheid cabaret

Maandag 5 juni: repetitie Grammatica 3, 4 en 6

Slide 17 - Slide