Persoonlijk voornaamwoord in de derde naamval

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Het persoonlijk voornaamwoord

derde naamval

Duits

persoonlijk
voornaamwoord
Nederlands

persoonlijk voornaam-
woord Duits

ich

du

es

er

wir

ihr

Sie

sie mv

sie ev

Ik

jij

hij

het

wij

zij ev

jullie

u

zij mv

Het onderwerp

Je hebt nu het onderwerp herhaald. Weet je ook nog hoe het lijdend voorwerp gaat?

Ik zie...

1. jij
2. jou

Ik zie...

1. hem
2. hij

Ik zie...

1. zij
2. haar

In het Duits...

Je hebt gezien dat het persoonlijk voornaamwoord verandert als je te maken hebt met het lijdend voorwerp.

Hoe ver kom jij?

mich

dich

sie ev

es

ihn

uns

euch

Sie

sie mv

mij

jou

hem

het

ons

haar

jullie

u

hen mv

Ich sehe...

1. du
2. dich

Ich sehe...

1. er
2. ihn

Wir sehen ... (jullie)

1. euch
2. ihr
3. sie

Wir sehen... (u)

1. sie
2. Sie
3. ihr
4. euch

mir

dir

ihr

ihm

ihm

uns

euch

Ihnen

ihnen mv

mij

jou

hem

het

ons

haar

jullie

u

hen mv

Ich mit hier mit ...(jou)

1. du
2. dir

Ich bin hier mit ... (hem)

1. ihm
2. er

Du bist hier mit ... (mij)

1. ich
2. mir

Schrijf nu zelf in je schrift de 3 rijtjes van het persoonlijk voornaamwoord

Was ist los mit ...

1. dich
2. du
3. dir

Ich mache den Kuchen bei ... (haar)

1. sie
2. ihm
3. ihr
4. ihnen

Wir haben das von ...(u) bekommen.

1. Ihnen
2. ihnen
3. sie
4. euch

Jona ist nach ...(ons) an der Reihe.

Kommst du mit ...(mij) mit?

Na "aus" verandert ich in...

Na "mit" verandert er in ...

Na "nach" verandert wir in...

Na "seit" verandert Sie in ...