Ontdek de verschillende driehoeken

Ontdek de verschillende driehoeken

Leerdoelen

Aan het eind van de les kun je de verschillende hoeken herkennen: Rechte hoek, Scherpe hoek, Stompe hoek, Gestrekte hoek, Volle hoek.

Introduceer het doel van de les aan de leerlingen.

Rechte hoek

Een rechte hoek is een hoek van 90 graden.

Laat een afbeelding van een driehoek zien met een rechte hoek. Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van objecten met rechte hoeken.

Scherpe hoek

Een scherpe hoek is een hoek van minder dan 90 graden.

Laat een afbeelding van een driehoek zien met een scherpe hoek. Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van objecten met scherpe hoeken.

Stompe hoek

Een stompe hoek is een hoek van meer dan 90 graden.

Laat een afbeelding van een driehoek zien met een stompe hoek. Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van objecten met stompe hoeken.

Gestrekte hoek

Een gestrekte hoek is een hoek van 180 graden.

Laat een afbeelding van een driehoek zien met een gestrekte hoek. Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van objecten met gestrekte hoeken.

Volle hoek

Een volle hoek is een hoek van 360 graden.

Laat een afbeelding van een driehoek zien met een volle hoek. Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van objecten met volle hoeken.

Driehoeken quiz

Test je kennis over driehoeken met deze quiz!

Gebruik een online quiz-tool om de leerlingen te laten testen wat ze hebben geleerd.

Oefenen met driehoeken

Los deze oefeningen op om je kennis te testen!

Geef de leerlingen een werkblad met oefeningen over driehoeken om hun kennis verder te ontwikkelen.

Herhaling

Wat hebben we vandaag geleerd? We hebben geleerd over de verschillende driehoeken: Rechte hoek, Scherpe hoek, Stompe hoek, Gestrekte hoek, Volle hoek.

Vat de les kort samen en vraag de leerlingen om te herhalen wat ze hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Wat is de naam van deze hoek?

1. scherpe hoek
2. stompe hoek
3. rechte hoek
4. gestrekte hoek

Wat is de naam van deze hoek?

1. scherpe hoek
2. stompe hoek
3. rechte hoek
4. gestrekte hoek

Wat is de naam van deze hoek?

1. scherpe hoek
2. stompe hoek
3. rechte hoek
4. gestrekte hoek

Wat is de naam van deze hoek?

1. scherpe hoek
2. stompe hoek
3. inspringende hoek
4. gestrekte hoek

Wat is de naam van deze hoek?

1. scherpe hoek
2. stompe hoek
3. inspringende hoek
4. gestrekte hoek

Scherpe hoek 

Stompe hoek

Gestrekte hoek