ep.28 par.4

r.65 fiet is
A
3e ev. indic. praes.act.
B
3e ev. indic.fut.act.
C
3e ev. coni.praes.act.
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

r.65 fiet is
A
3e ev. indic. praes.act.
B
3e ev. indic.fut.act.
C
3e ev. coni.praes.act.

Slide 1 - Quiz

r.65 de naamval van mutatio is
A
ablativus
B
dativus
C
nominativus

Slide 2 - Quiz

r.66 licebit gaat hier
A
met een coniunctivus
B
met een indicativus

Slide 3 - Quiz

r.66 colloceris is
A
2e ev. coni.perf.act.
B
2e ev.coni.praes.pass.
C
2e ev.ind.fut.pass.
D
2e ev.ind.fut.ex.act.

Slide 4 - Quiz

r.66 hospitalis is
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel van het gezegde
C
bepaling van gesteldheid

Slide 5 - Quiz

Wat is de boodschap van r. 65-66?
A
Als je je slecht voelt, is elke verandering van plaats prettig
B
Als je je goed voelt, voel je je overal ter wereld goed

Slide 6 - Quiz

r.67 veneris - waarom wordt de coniunctivus gebruikt?
A
afhankelijke vraag
B
betrekkelijke bijzin
C
bijzin met voegwoord
D
dubitativus in de hoofdzin

Slide 7 - Quiz

r.68 animum addicere betekent op deze plek in de tekst:
A
zijn geest richten op
B
zich hechten aan
C
toezeggingen doen aan

Slide 8 - Quiz

r.68 vivendum is
A
gerundium
B
gerundivum

Slide 9 - Quiz

r.69 welk voegwoord zou je kunnen invullen in plaats van de komma tussen natus en patria?
A
en
B
want
C
maar

Slide 10 - Quiz