Les 18 Dienstag K2 Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, vwo
• Leerjaar 3

Du hast 3 min für:

• mobiel in je tas
• iPad/boeken op tafel
• Deelnemen met klassencode

Das Programm

• Logo Deutschland!
• Grammatik: Was weißt du noch?
• An die Arbeit

Das Lernziel:

• Am Ende der Stunde kann ich die Personalpronomen im 1. Fall, 2. Fall und 3. Fall benutzen.

Persoonlijk vnw in de 3e-4e naamval 

Persoonlijk vnw. / naamvallen 

De naamvallen in het Duits gebruik je:

- Na een voorzetsel

- Om aan te geven of het: onderwerp = 1e naamval

                                        Lijdend voorwerp = 4e naamval 

                             Meewerkend voorwerp = 3e naamval 

is. 

wie/wat + gezegde + onderwerp

aan/voor wie + gezegde + onderwerp 

wie/wat + gezegde 

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

onderwerp

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het 

Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 1e naamval

ik

jij

hij

zij e.v.

wij

jullie

het

u

zij

ich

ihr

er

es

wir

du

sie e.v

Sie

sie (m.v)

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het

Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval

u

haar

hem

het

jou

ons

jullie

hen

mij

Sie

uns

ihn

euch

dich

sie

es

sie

mich

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval

mij

jou

hem

jullie

haar

ons

het

hen

u

mir

uns

ihm

ihm

ihr

dir

euch

ihnen

Ihnen

(Ik)... gehe zum Arzt.

1. ich
2. mir
3. mich

Die Dozentin schickt (hem)... einen Brief.

1. er
2. ihm
3. ihn
4. ihnen

Frau Meisen, was kann ich (u)... geben?

Wann können wir (jou) ... besuchen?

An die Arbeit!

Was?	Kapitel 2: Seite 66 E Grammatik: Aufgaben 18-22
Wie?	Individuell, alleine
Wie lange?	20 Minuten
Hilfe?	Benutze die Lernliste auf Seite 88-89
Fertig?	Korrigieren auf Itslearning

Lernziel:
Am Ende der Stunde kann ich die Personalpronomen im 1. Fall, 2. Fall und 3. Fall benutzen.

😒🙁😐🙂😃