Trappen van vergelijking (nt2) les 21 vrijdag 9 mei les 1 en 2

Trappen van vergelijking
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?
+er
+st

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?
Pim is snel. 
Ahmed is nog sneller.
Sofia is het snelst. 

Voorbeeld
Een kat is mooi.
Een hond is nog ...
Een paard is het ...

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Uitzonderingen
goed - beter - best
veel - meer - meest
weinig - minder - minst

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Let op    ALS  /   DAN
Wanneer gebruik je 'als'?                >  net / niet / even               
    Hij is net zo groot als ik.                =  bij een adjectif/ bijvoeglijk nw
    Hij is niet zo groot als ik. 
    Hij is even groot als ik. 

Wanneer gebruik je 'dan'?           >    bij een  comparatief, directe vergelijking
  Hij is groter dan ik. 
  Ik houd meer van vis.                    = vergrotende trap (geen directe vergelijking) 



Slide 5 - Slide

telefoon pakken

Welk woord is weg?
dun - dunner - ...
A
dun
B
dunner
C
dunst
D
dunnest

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord is weg?
... - groter - grootst
A
groot
B
grot
C
groots
D
grotere

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord is weg?
bang - ...-bangst
A
bange
B
banger
C
bangere
D
bangste

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord is weg?
... - kleiner - kleinst
A
klein
B
kleiner
C
kleinst
D
kleinste

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Vul in:
De sport auto is het ...
A
mooi
B
mooier
C
mooist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Vul in:
Ik vind jouw broek ...
A
leuk
B
leuker
C
leukst

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Vul in:
lelijk - ... - lelijkst

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Gebruik: 'mooi'
Jouw horloge is veel ...... ...... mijn horloge.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Gebruik: 'stom'
Dit T-shirt is het ...

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Schrijf 3 kwaliteiten van jou (op). 
        Dus jouw kwaliteiten.
Welke kwaliteiten heb jij?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Les 21 antwoorden
Oefening 64
1. zuurder dan                          6. meer dan (50 euro)       
2. hoger dan                             7. beter dan             
3. dikker                                     8. verder van Nederland dan (van) T
4. duurder                                 9. lager dan (een vliegtuig) 
 5. lekkerder dan                  10. viezer dan (mijn handen/ die van ..)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefening 62
1.  verder                            8. duurder
2. duurder                         9. liever
3. meer                              10. minder (geld)   / ik heb het minst. 
4. het meest
5. minder
6. beter 
7. meest

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

les 2  programma
* volgende week toets les 19 -20- 21  
* Kahoot: oefenen les 19 (personen)  link 
   https://create.kahoot.it/share/persoonlijk-voornaamwoord-  nt2/b3bd7f30-95a9-44c5-9c7a-c557e9917b28
*  les 22 getallen  (Wat zijn dat?)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

les 2 getallen
*  1-20 uitschrijven  (één, twee, drie, vier, dertien, veertien, achttien, twintig)
*  580   /    1000.000
*  maanden, dagen   12 - 10 - 1984          /   20  - 10  - 1984
     Ik ben jarig op de 12e, hij is jarig op de 20ste.         
     Kijk op bladzijde 83.     
*  geld                             € 427, 95
*  telwoorden ( kijk naar de positie): 
     Hij is de winnaar, hij is eerste geworden.  (1e)
     Hij is de verliezer, hij is laatste geworden.  (10e). 
     

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Meervoud of niet? 
De regel 
Na een getal komt een vorm van meervoud:
2 kinderen  / 3 appels/   15 leerlingen / 8 boeken

Maar niet bij:
geld ( 5 euro), leeftijd (17 jaar), kloktijden (11 uur).  

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Doe!  Samen  (duo's) 
Oefening 66  - 67 - 68 - 69

Klaar?
Maak oefening 70 en 71

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

VOLGENDE WEEK
* toets les 19 - 20 - 21
* leer ook de regels van de getallen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions