Bron: Een fragment uit een interview uit 1966 van provo Duco van Weerlee met zichzelf:
Wij gaan de straat op omdat we dat klootjesvolk willen wakker maken. Het klootjesvolk wekt onze woede op omdat het een gemakzuchtig conglomeraat (=samenklontering) is dat zijn principiële menselijke vrijheden verraadt, dat zijn huis meubileert met roomkloppers (elektriek met verzilverd handvat) en teevees, zich laat vergiftigen door uitlaatgassen, zich laat tuchtigen door een autoritair machtsapparaat, zich vrijwillig in slaafse aanbidding van geld en luxe laat leiden naar de volgende beperking van de menselijke vrijheid. De cynici hebben gelijk gekregen: in wezen zijn alle mensen kapitalisten. Alleen hebben sommigen het geld en anderen (nog) niet.
Gebruik bron 7.
Een bewering: uit het interview komen twee kritiekpunten van provo naar voren.
4p Noem deze kritiekpunten en laat zien hoe ze in de bron naar voren komen.