werkwoorden -er-ir-re

  • Voca
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Voca

Slide 1 - Slide

Hoe vervoeg je de regelmatige werkwoorden op -ir?
geef persoon en uitgang

Slide 2 - Open question

avoir = hebben
être = zijn

Slide 3 - Slide

Elle ... une fille.
A
es
B
est
C
sont
D
sommes

Slide 4 - Quiz

Martien et Erica ... un château.
A
a
B
avez
C
ont
D
avons

Slide 5 - Quiz

Je/J' ... douze ans.
A
suis
B
ai

Slide 6 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -er
Stap 1: haal -er van het werkwoord af
Stap 2: voeg de juiste uitgang toe > e/es/e/ons/ez/ent

Slide 7 - Slide

Elles ... le chocolat. (aimer)

Slide 8 - Open question

Le prof ... le cours. (donner)

Slide 9 - Open question

Vous ... une pomme. (manger)

Slide 10 - Open question

Je ... un film. (regarder)

Slide 11 - Open question

Regelmatige werkwoorden op -ir
Stap 1: haal -ir van het werkwoord af
Stap 2: voeg de juiste uitgang toe > is/is/it/issons/issez/issent

Slide 12 - Slide

Ils ... à quelle heure?
A
finis
B
finit
C
finissent
D
finissez

Slide 13 - Quiz

Tu ... quoi?
A
choisissons
B
choisis
C
choisissez
D
choisit

Slide 14 - Quiz

Nous ... le document.
A
remplissons
B
remplissez
C
remplissent
D
remplis

Slide 15 - Quiz

Vous ... vers 8 heures. (finir)

Slide 16 - Open question

Je ... le rouge. (choisir)

Slide 17 - Open question

Nous ... le gagnant. (choisir)

Slide 18 - Open question