D&P PWW3

Voorbereiding PWW 3
  • Vragen bespreken
  • Nieuwe vragen 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voorbereiding PWW 3
  • Vragen bespreken
  • Nieuwe vragen 

Slide 1 - Slide

Websites hebben vaak een Z-structuur of een F-structuur. In de afbeelding zie je een F-structuur. Waar hebben deze structuren mee te maken?
A
Met de gekozen webbrowser
B
Of mensen van rechts naar links lezen of van links naar rechts
C
Met de manier waarop mensen een website met hun ogen scannen
D
Met het onderwerp van de website

Slide 2 - Quiz

F- en Z- structuur
Het belangrijk om na te denken over de structuur van de site. Het blijkt dat de meeste mensen bij het eerste bezoek van een website de website ‘scannen’ met hun ogen via een Z-structuur of een F-structuur.

Slide 3 - Slide

Wat is een organogram?
A
Een momentopname van de financiële situatie van een bedrijf
B
De winst van een bedrijf
C
Een overzicht van het personeel in een bedrijf
D
Een schema van alle afdelingen in een bedrijf

Slide 4 - Quiz

Soms hebben mensen een lichamelijke beperking. Er zijn verschillende soorten lichamelijke beperkingen. Wat hoort niet bij de lichamelijke beperkingen?
A
Psychische beperkingen
B
Zintuigelijke beperking
C
Motorische beperking
D
Chronische beperkingen

Slide 5 - Quiz

Je werkt in Word en wilt een koptekst invoegen in je bestand. Op welke knop klik je?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quiz

Wat betekent dit symbool?
A
Verantwoordelijke keuze
B
Veldsla
C
Verantwoorde voeding
D
Vegetarisch

Slide 7 - Quiz

Welke knop geeft de SOM-functie weer?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Wat zijn variabele kosten?
A
Kosten die je maar een paar keer per jaar moet betalen
B
Kosten die altijd gelijk blijven
C
Kosten die steeds verschillend in hoogte zijn
D
Kosten die veranderen als je meer of minder produceert

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide








Wat ontbreekt er in het draaiboek?
A
Waar de medewerkers zich moeten melden
B
Hoe lang het duurt
C
Wat er moet gebeuren
D
Wie dit gaat uitvoeren

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

In een HACCP-plan moeten de mogelijk risico’s staan:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

In je
HACCP-plan kan naar voren komen dat het nodig is om de manier van werken aanpassen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide


Als je een dieet volgt, heb je niets aan keurmerken:


A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Keurmerken proberen fabrikanten te stimuleren om gezonde producten te maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Waarvoor staat dit keurmerk?
A
De boeren en telers hebben een eerlijk loon gekregen, en met hun rechten en gezondheid is goed omgegaan.
B
Bij de productie is rekening gehouden met dierenwelzijn, maar het kan nog beter
C
Het product is afkomstig van de biologische landbouw. Er zijn geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt.
D
Het vlees komt van dieren die vrij rond konden scharrelen en meer ruimte en daglicht gehad hebben dan gangbare dieren.

Slide 21 - Quiz

Waarvoor staat dit keurmerk?
A
Er is rekening gehouden met dierenwelzijn, milieu en eerlijke handel.
B
Dit product heeft een gezondere inhoud dan vergelijkbare producten.
C
In dit product zitten geen ingrediënten die afkomstig zijn van een dier.
D
In dit product zitten geen gluten. Het is geschikt voor een dieet voor mensen met coeliakie (= glutenallergie).

Slide 22 - Quiz

Nu?
Leren!

Slide 23 - Slide