02. Algemene en speciale pathologie

MODUTH ACNE
Les 2
1 / 34
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

MODUTH ACNE
Les 2

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Ontsteking
  • Besmetting
  • Vormen van acné
  • Oorzaken van acné
  • Littekens

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de vijf ontstekingsreacties benoemen en beschrijven
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een infectie en een ontsteking.
  •  Je kunt in eigen woorden de drie belangrijkste factoren die bijdragen aan acnevorming beschrijven en uitleggen
  • Je kunt verschillende soorten acne herkennen en onderscheiden
  • Je kunt inschatten wanneer je te maken hebt met een contra- indicatie. 
  • Je kunt klanten voorlichten over de verschillende voorbehandelingen en hen begeleiden bij het kiezen van een gepaste voorbehandeling. 

Slide 3 - Slide

Ontsteking
Een plaatselijke reactie van het weefsel op een schadelijke prikkel wat ervoor zorgt dat het weefsel beschadigt. 

Slide 4 - Slide

Wat zijn de verschillen tussen een primaire/ secundaire/ etterige ontsteking?

Slide 5 - Open question

Wat zijn de vijf ontstekingsreacties?

Slide 6 - Mind map

Ontstekingsreacties
  1. Rubor = roodheid.
  2. Calor = warmte. 
  3. Tumor = zwelling. 
  4. Dolor = pijn. 
  5. Functio - leasa = functieverlies 

Slide 7 - Slide

Wat is volgens jullie het verschil tussen een besmetting en een infectie?

Slide 8 - Mind map

Besmetting
Ziektekiemen zijn overgedragen maar hebben zich nog niet vermenigvuldigd. 

Het immuunsysteem herkent de ziektekiemen en verwijderd ze ook. 

Slide 9 - Slide

Infectie
Een reactie van het lichaam of weefsel op ongewenste ziektekiemen. 

Micro- of macro- organismen zijn het lichaam binnengedrongen:

  • bacteriën
  • virussen
  • parasieten
  • schimmels

Slide 10 - Slide

Bacteriële infectie
Oorzaak: een ontsteking door bacteriën.

Het vermogen zich te vermenigvuldigen. 

Pathogeen of commensalen.

Voorbeelden: Abces, bacteriëmie, sepsis/ septikemie, pustels, krentenbaard.

Slide 11 - Slide

Virale infectie
Oorzaak: virus en is zeer besmettelijk en moeilijk te bestrijden. 

Virus heeft een gastheercel nodig om zich voort te kunnen planten. 
De gastheercel maakt een antistof. Antistof blijft levenslang aanwezig in het lichaam. 

Voorbeelden: wratten, herpes, gordelroos, griep, verkoudheid, HIV.

Slide 12 - Slide

Parasitaire infectie
Oorzaak: parasiet wat een gastheercel nodig heeft om te overleven. 

Dierlijk of plantaardig. 

Voorbeelden: malaria, lintworm, schurft.

Slide 13 - Slide

Schimmelinfectie
Oorzaak: schimmels (meercellig) of gisten (eencellig) en vormen sporen.

Latijnse naam: mycose.

Voorbeelden gisten: candida albicans en pityrosporum ovale. 

Slide 14 - Slide

Begrippen wondgenezing
Regeneratie
Vernieuwen/ herstellen van gelijkwaardig weefsel wat verloren is gegaan. 

Wondgenezing
  • Reactiefase
  • Regeneratiefase
  • Remodeleringsfase

Degeneratie
Achteruitgang van de weefseltoestand.
  • Elastose: de huid heeft zijn veerkracht en elasticiteit verloren.
  • Atrofie: het weefsel krimpt/ verschrompeld door volumeverlies van cellen, weefsel of organen. Veroudering!

Slide 15 - Slide

Necrose
De cellen zijn hier afgestorven door een extreme verandering in de cel. Dit huidgebied is zeer gevoelig voor m.o. waardoor het weefsel kan loslaten of infecteren. Chirurgische ingreep is hier noodzakelijk. Degeneratie kan overgaan in necrose. 

Slide 16 - Slide

Opdracht (15 + 5 min)
1. Als de huid ontstoken is kun je dit herkennen aan verschillende ontstekingsreacties. Benoem de 5 ontstekingsreacties in het Nederlands en Latijn. 
2. Tijdens het uitvoeren van een fruitzuurpeeling is de huid beschadigd geraakt. Bij het niet goed naleven van de hygiëneregels kan er een ontstekingsreactie ontstaan. Hoe wordt deze vorm van ontsteking genoemd? Primaire, secundaire of een etterige ontsteking? 
3. Wat is een abces en hoe, en door wie, wordt een abces behandeld? 
4. Is het voorschrijven van antibiotica een oplossing voor de genezing van een abces? Verklaar je antwoord. 
5. Wat is het verschil tussen een besmetting en een infectie? 
6. Hoe verloopt de wondgenezing? Gebruik de termen degeneratie, regeneratie, necrose.

Slide 17 - Slide

Pauze
15 minuten

Tot straks! 

Slide 18 - Slide

Speciale pathologie

Slide 19 - Slide

Oorzaken acné

Slide 20 - Slide

Verschillende vormen acné
De verschillende vormen acne zijn te verdelen in:
  • endogeen
  • exogeen
  • differentiële diagnostiek: verschillende ziektebeelden

Van alle vormen leren we de:
  • kenmerken
  • oorzaken
  • locatie
  • indicaties / contra- indicaties

Slide 21 - Slide

Endogene oorzaken

  • acne vulgaris
  • acne conglobata
  • acne keloïdalis
  • acne tarda
  • acne fulminans
  • acne inguinalis/ axillaris
  • acne excoriee des jeunes filles
  • acne neonatorum
Exogene oorzaken

  • mallorca acne/ acne aestivalis
  • acne mechanica
  • acne tropicalis
  • medicijnen acne
  • chlooracne

Slide 22 - Slide

Differentiële diagnostiek m.b.t. acné
  • eczema seborrhoicum
  • folliculitis
  • rosacea
  • dermatitis perioralis 
  • acne ectopica

Slide 23 - Slide

Opdracht
Maak een overzicht van de verschillende soorten acne. Maak onderscheid tussen exogene, endogene oorzaken en differentiële diagnostiek en beschrijf kort de kenmerken van dit type acné, oorzaken, locatie, behandeling.

Succes!

Slide 24 - Slide

Wat is een hypertrofisch litteken?

Slide 25 - Mind map

Littekens (cicatrix)
Secundaire efflorescenties

  • Ijspriemlittekens (ice picks)
  • Appelboorlittekens
  • Glooiende littekens
  • Atrofische littekens
  • Hypertrofische littekens
  • Keloïd 

Slide 26 - Slide

Ijspriemlittens
(ice - pick)
Hypotrofisch

  • Klein, steile wand.
  • Ze zijn zo diep en smal alsof ze door een ijspriem zijn uitgeboord.
  • Hele diepe littekens. 
  • Voornamelijk op de wangen.  

Slide 27 - Slide

Appelboorlittekens

  • Steile wand maar zijn veel groter dan ijspriemlittekens. 
  • Enkele mm groot. 
  • Lijkt alsof er met een zeer klein appelboortje uit de huid is geponst. 
  • Wanden en bodem zijn vaak erg stug.
  • Voornamelijk op de wangen aanwezig. 

Slide 28 - Slide

Glooiende littekens
  • Scherp uitgeponsde littekens.
  • Soepel aanvoelende huid met kleine glooiende verzakkingen zonder scherpe begrenzing met de normale huid.
  • Voornamelijk op wangen en slapen te zien. 

Slide 29 - Slide

Atrofische littekens
  • Klein stukjes sterk verdunde, kwetsbare huid die samenknijpen en rimpelen als sigarettenpapier. 
  • Meestal wit van kleur.
  • Voornamelijk op het gelaat en romp. 

Slide 30 - Slide

Hypertrofische littekens
Littekens met weefseltoename

  • Op de plaats waar de acne ontsteking heeft gezeten wordt een grote hoeveelheid littekenweefsel aangemaakt die als een vast aanvoelende knobbel in- en op de huid ligt. 
  • Kunnen vrij groot worden. 
  • Wanneer meerdere ontstekingshaarden vlak bij elkaar hebben gezeten kan dit samenvloeien tot één grote littekenmassa.
  • Voornamelijk op de borst, rug, achterhoofd.

Slide 31 - Slide

Keloïd
  • Sterk vergelijkbaar met de besproken hypertrofische littekens. 
  • Enkel een keloïd litteken breidt zich nog uit buiten het oorspronkelijke ontstekingsgebied.  

Slide 32 - Slide

Kun jij bedenken welke behandeling je toe kunt passen voor acne littekens?

Slide 33 - Mind map

Volgende les
Bespreken van de opdracht: verschillende vormen acné.

Nieuw lesmateriaal: 

Medische behandelingen

Slide 34 - Slide