Schrijfvaardigheid318CH argumentatie

Argumenteren
318CH
Nederlands
28/1/21
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Argumenteren
318CH
Nederlands
28/1/21

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je werkt aan je algemene spelling

Je kunt vertellen wat de begrippen standpunt, argument en weerlegging inhouden en ziet het verband.


Je kunt uitleggen wat de 5 drogredenen inhouden.

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les
Opdracht 3, blz. 62

Beoordelingscriterium 'Samenhang' behandeld. Goed gebruikgemaakt van signaalwoorden.

Schrijfproduct: overtuigende tekst

Slide 3 - Slide

Dat hoeft niet ...
A
persé
B
per se
C
per sé

Slide 4 - Quiz

Waar hoort de komma?
'......dit mag omdat hij een coach is.
A
,omdat
B
omdat,

Slide 5 - Quiz

Als een docent contact .... met een leerling buiten schooltijd.
A
onderhoudt
B
onderhoud

Slide 6 - Quiz

..... dat een docent dit doet natuurlijk.
A
ervanuitgaand
B
ervan uitgaand
C
er van uitgaand

Slide 7 - Quiz

Regel
er
hier
daar
waar 
+ voorzetsel
=altijd aan elkaar!
VOORBEELDEN: erop - hierdoor - daarvan - waarin

Slide 8 - Slide

Je hebt toch een paar jaar met die docent....
A
door gebracht
B
doorgebracht

Slide 9 - Quiz

Samengestelde werkwoorden
doorbrengen
gebruikmaken
dichtdoen
bekendmaken
opendoen
terechtkomen
wijsmaken

Slide 10 - Slide

Ik heb ..... contact gehad met een docent buiten schooltijd.
A
weleens
B
wel eens

Slide 11 - Quiz

Weleens vs Wel eens
Weleens: ooit, soms, best eens 
Heb je weleens Sangria gedronken?

Wel eens: tegenstelling 
Ik wil best wel eens naar Ibiza.

Slide 12 - Slide

Dan is de kans van een goed eind cijfer groter. Corrigeer!

Slide 13 - Open question

Logisch toch?

Slide 14 - Slide

syllogisme 1
  • Stelling 1: Geen van de acteurs is een slaapwandelaar. 
  • Stelling 2: Alle Spanjaarden zijn slaapwandelaars.

  • De conclusie is: Sommige acteurs zijn Spanjaarden.
  • Is deze conclusie juist of onjuist?
  • Onjuist


Slide 15 - Slide

syllogisme 2
  • Stelling 1: Alle postzegelverzamelaars zijn chemici. 
  • Stelling 2: Sommige postzegelverzamelaars zijn Braziliaans.
  • De conclusie is: Geen van de chemici is een Braziliaan.
  • Is deze conclusie juist of onjuist?
  • Onjuist



Slide 16 - Slide

Argumentatie
Standpunt met een argument=> redenering

De aannemelijkheid van de redenering bepaal je door na te gaan of de redenering logisch is.

Logisch redeneren dus! Dat hebben we zojuist gedaan.

Slide 17 - Slide

Tip
Beargumenteer op zo'n manier die door iedereen te volgen is. 

Redeneer helemaal door en ga dus  nergens vanuit.

Ik ben voor deze stelling omdat sociale media gewoon thuishoort in deze tijd en het dus ook door iedereen gebruikt mag en kan worden. 

Slide 18 - Slide

Weerlegging

Slide 19 - Slide

Argumenteren en signaalwoorden

Welke signaalwoorden kunnen worden gebruikt bij het argumenteren?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Drogredenen
Starttaalwerkboek 3F, A, blz. 304

Slide 22 - Slide

Aan de slag met drogredenen
Maken: opdr. 8, blz. 305 e.v.

Over 10 minuten kijken we het na.
Eerder klaar? 
Studiemeter - VIA - 2F - Theorievragen bij VIA Handboek - Meerkeuzevragen Handboek deel 6

Slide 23 - Slide