Feedback geven

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

Programma

- Rooster examenperiode

- Oefenen eindgesprek leervaardigheden

- Netwerken (VOB)

- Oefenen staatsexamen Lezen

Leervaardigheden

I Sociale en (interculturele) vaardigheden

II Zelfstandig leervermogen en projectmatig (samen)werken

III Taalvaardigheid voor studie

IV Digitale vaardigheden

Leervaardigheden

I Sociale en (interculturele) vaardigheden

-Kennis hebben van de Nederlandse onderwijscultuur

-Verschillende visies, uitingen en gedragingen respecteren

-Gedragscodes herkennen en toepassen

-Vermogen tot zelfregulatie

Wat weet je van het onderwijs in Nederland?

Wat is het verschil met het onderwijs in je geboorteland?

Hoe ga je om met mensen die een ander geloof of culturele achtergrond hebben? Geef een voorbeeld.

Hoe is jouw gedrag op school?
Geef een voorbeeld.

Wat doe je als een klasgenoot iets doet wat je niet leuk vindt?

Vermogen tot zelfregulatie
Wat doe je als je iets moeilijk (een uitdaging) op school vindt?

II Zelfstandig leervermogen

-Informatievaardigheden

-Zelfstandig leren

-Samenwerken

-Communicatie

-Probleemoplossend vermogen

Wat zijn informatievaardigheden?
Geef een voorbeeld.

Wat is zelfstandig leren?
Geef een voorbeeld.

Kun je goed samenwerken?
Geef een voorbeeld.

Hoe communiceer jij met mensen?
Geef een voorbeeld.

Probleemoplossend vermogen
Wat doe je als je een probleem hebt tijdens de opleiding?

2 VOB-opdrachten

-Netwerken

-LOB-opdracht met familielid

Wat is netwerken?
Geef een voorbeeld.

2 VOB-opdrachten

-Netwerken

+ Lees de tekst en vul de cirkel in. 

+ Wat is jouw netwerk?

+ Vul je eigen naam in de binnenste cirkel

+ Vul de overige namen in de andere cirkels

(let op de uitleg bij de cirkels).

2 VOB-opdrachten

+ LOB-opdracht als huiswerk

+ Praat met een familielid over jullie netwerk van familie en bekenden.

+ Vul bijlage 1 en bijlage 2 in.

Oefenen staatsexamen lezen

+ We lezen 2 teksten en nemen de antwoorden samen door.

Lees de opdrachten
onder A. Wat zijn jouw
eigenschappen?

Tekst

Lees de opdrachten
onder A. Wat zijn jouw
eigenschappen?

Bewijsstukken eindterm A

- Voeg opdracht 1: Mijn eigenschappen toe

- Voeg opdracht 2: Taalpaspoort deel 1 toe

- Voeg opdracht 3: Taalpaspoort deel 2 + reflectie toe

Lees de zin achter B.
Wat zijn jouw wensen en dromen?

Bewijsstukken eindterm B

- Voeg toe: opdracht 1 - Hoe kies je een opleiding?

- Voeg toe: opdracht 2 - Beroepen / opleidingen 

Lees de zin achter C
Welke opleiding past bij jouw beroep?

Bewijsstukken eindterm C

- Voeg toe: opdracht 1 - Werkblad Mijn beroepswens

- Voeg toe: opdracht 2 - Beroepenoriëntatie

Lees de zin achter D.
Weet je welke opleiding bij jou past?
Leg uit waarom.

Bewijsstukken eindterm D

- Voeg toe: Opdracht 1 - Opdrachtenkaart 3 Open Dag

- Voeg toe: Opdracht 2 - Informatiefolder Open dag

- Voeg toe: Opdracht 3 - Werkblad Opleidingskeuze

Bewijsstukken eindterm D

- Voeg toe: Opdracht 1 - Opdrachtenkaart 3 Open Dag

- Voeg toe: Opdracht 2 - Informatiefolder Open dag

- Voeg toe: Opdracht 3 - Werkblad Opleidingskeuze

Bewijsstukken eindterm D

- Voeg toe: Opdracht 1 - Opdrachtenkaart 3 Open Dag

- Voeg toe: Opdracht 2 - Informatiefolder Open dag

- Voeg toe: Opdracht 3 - Werkblad Opleidingskeuze

Introductie feedback

Op school werk je vaak samen. Dat gaat niet altijd goed. In deze les leer je wat feedback is en waarom feedback geven belangrijk is. Je gaat ook ervaren  hoe je feedback kunt geven op een goede en fijne manier.

Feedback: wat is het?

• Feedback is een reactie op gedrag of op  het werk.
• Feedback kan een top zijn: het gedrag of het werk is goed. Je krijgt of geeft een compliment.
• Feedback kan ook een tip zijn: het gedrag of het werk kan verbeterd worden.

Opdrachten

• Kijk de video  (slide 11).
• Maak de quizvragen (slide 13, 14 en 15).

Video

• Kijk naar het filmpje op de volgende pagina.
• Je beantwoordt daarna vragen over de film.
• Gaat de film te snel, kijk nog een keer!

Feedback = kritiek geven

1. nee
2. ja

Er zijn twee vormen van feedback.
Welke vormen hoorde je in de film?

1. groen en rood
2. positief en negatief
3. tips en tops
4. tevreden en ontevreden

Schrijf op wat feedback is in jouw woorden.

Schrijf twee redenen op waarom feedback geven belangrijk is.

Vul het voortgangsformulier in.
Hoe kijk je op de B1-tijd terug?

Vul de werkhouding in.
Wat gaat goed en wat kan beter?

Lees je portfolio door.
Welke opdrachten moet je nog doen?